Ongekend bekersucces voor UVS: Edenaren blij met genadehalfje

Bij UVS zitten we niet verlegen om sterke spelers, ook niet in de regionale competitie. Zelfs als een basisspeler last-minute afhaakt door ziekte of een Caribische vakantie (Maarten), dan kunnen we nog een heel blik vervangers opentrekken. Deze keer sprong ik zelf in de bres. Met mijn oververhitte beginnend-docentenbrein is schaak op een doordeweekse avond vaak wat al te veel gevraagd, maar de Edese Schaakvereniging had verleden keer een goede indruk op me achtergelaten, dus besloot ik te spelen. Locatie was wederom de Rehoboth Kerk; een oud instituut met een moderne inrichting, waar de mensen vriendelijk zijn, de zaal strak en de catering voorzienig. Wel ontbraken de naambordjes, die vorige keer zo professioneel naast onze borden geplaatst waren—het schijnt dat de verantwoordelijke die avond afwezig was. Niet getreurd, ook in anonimiteit en zonder dat ons indrukwekkende ratingoverschot op kaartjes staat kunnen we winnen.

Alhoewel … het zag er op de vroege avond allemaal niet zo duidelijk uit. Diderick had een dreigend zwart paard van Willem Slagter op f4 toegelaten. Robbie was verwikkeld in een vlijmscherpe strijd die twee kanten op kon vallen en Wouter had verzuimd snel een stuk te winnen.

Hier staat Wouter, die zojuist zijn zwarte toren op de open c-lijn geparkeerd heeft, al lekker. Na 15.De3 Lxf3 verzonk zijn tegenstander aan het vierde bord, Cor van Ingen, in gedachten. Na 16.Lxf3 dxe5 17.dxe5 Nxe5! verliest wit een pion door overbelasting van de dame. Daarom besloot Cor tot de tussenzet 16.exd6?? waarop onderstaande stelling ontstond.

Welnu, mijn studenten leer ik altijd dat bij een tussenzet alle alarmbellen af moeten gaan (of voor de Gen-Z’ers onder ons: een tussenzet is een red flag). Wie een tussenzet uitvoert, laat iets ‘in de lucht hangen’; een vijandig stuk wordt als krijgsgevangene in leven gehouden. Maar zoals een krijgsgevangene wroeging koestert jegens diens ontvoerder, zo ontpopt een vijandig stuk dat in leven blijft zich tot desperado: “een schaakstuk dat niet meer te redden is en daarom alle kansen aangrijpt om zo veel mogelijk schade aan te richten in de vijandelijke stelling,” aldus Wikipedia. Maar voor Wouter, die noch Gen-Z’er, noch mijn student is, gingen geen rode vlaggen op of alarmbellen af, waardoor hij onmiddellijk 16…Lxd6 speelde. Geen man over boord, maar wel een gemiste kans.

Q. Ziet u hoe Wouter als eerste (in plaats van als laatste) zijn partij had kunnen winnen? (Antwoord staat in de partijviewer onderaan het artikel.)

Inmiddels had ook Diderick zich losgeworsteld. Mischien ontbrak het Willem aan killer instinct, want de oud-wiskundeleraar van Jan (Pijkeren, red.) had verleden keer met de witte stukken op remise aangestuurd. Ditmaal had onze Wouter bij de loting wit aan het eerste bord geloot, zodat Diderick op bord 3 ook met de witte stukken mocht. Niettemin liet hij de stelling ietwat vervlakken, zodat het door zijn tegenstander gedroomde resultaat steeds dichterbij kroop. Maar juist toen de remisehaven in zicht kwam, blunderde Willem een kwaliteit. De rest van de partij was een kwestie van techniek en dat was aan Diderick wel toevertrouwd. 0-1.

Zelf had ik (Daniël) een lekkere aanvalspartij. Er waren wat interessante wendingen mogelijk in de opening, maar John besloot het aan het eerste bord wat rustiger aan te pakken. Vaak een goed advies, maar niet als je tegenstander met een vroege expansie richting je koningsstelling begint door zetten als Th1-g1 en g2-g4.

En dat is precies wat ik deed. In onderstaande stelling staan de zwarte stukken er treurig bij, nadat ze naar achter gejaagd zijn door de oprukkende g-pion.

Hier besloot John radicaal tot 13…f5?!, wat allicht het einde bespoedigde. Even later stond het zo:

De pion op h7 is lastig te dekken, dus die viel ik aan met 17.Peg5. Nu is 17…h6 taboe vanwege het gat dat op g6 zou ontstaan, waarvan ik maar al te graag een standplaats voor mijn paard zou maken. Daarom koos John voor 17…e5 om de witveldige loper bij de verdediging te betrekken. Het einde van de partij oogt mooi: 18.Lxh7 Lg4 19.Ph4 Lh5 20.Dg6 en het staat zo:

Inderdaad een intimiderend aanzicht. Zó intimiderend, dat John zijn hand uitstak ter overgave. Maar wat dreigt dat 20.Dg6?! nou eigenlijk? Want inderdaad, het oogt mooi, maar deze ‘patzerzet’ (aldus Pepijn in de chat) heeft niet veel vlees op de botten, want na 20…Dd6 (de verdediging die Dennis voorstelde) mag wit gewoon verder op zoek naar een winstplan. Vele malen makkelijker was het om 20.f3 te spelen om de witveldige loper op h5 verder in te perken en deze vervolgens met 21.Lg6 definitief onschadelijk te maken.

Om mezelf niet helemaal de grond in te boren: wit kan weinig fout doen in de eindstelling en staat nog steeds compleet gewonnen. De problemen rondom de zwarte koning zijn nu eenmaal van blijvende aard. 0-2.

Eerder meldde ik dat Robbie een vlijmscherpe stelling had in zijn partij met Sjoerd Meijer die twee kanten op kon vallen. Vanzelfsprekend viel de partij dus een derde kant op: het werd remise. Veelzeggend was het dat de Edenaar een overwinningskreet slaakte nadat het remiseaanbod geaccepteerd was. En dat zonder intimiderende naamkaartjes met Elo-punten! Laten we maar zeggen dat het de ontlading van een spannende partij was—een partij die Sjoerd inderdaad niet onverdienstelijk gespeeld heeft. Het genadehalfje nam hij dankbaar in ontvangst. 0,5-2,5.

O ja, zo won Wouter zijn partij alsnog:

0,5-3,5.

En zo zijn we eens niet na de eerste ronde uit de OSBO-cup geknikkerd en mogen we onszelf nu al kwartfinalisten noemen. Wie weet schoppen we het zelfs nog een ronde verder. Op naar grote hoogtes!

Share

1 reactie

  1. Dennis Breuker schreef:

    “0-1 Black wins. 0-1” Dat noem ik nog eens inwrijven! Prachtig en leerzaam verslag, Daniël. En 20.Dg6 is natuurlijk esthetisch verplicht. Net zoals 26.e4, de zet die de “Alterman wall” completeerde (https://www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1283543).

Geef een reactie