Dagboek van een randpion
Hee, pssst! Wist je dat schakers dagboeken bijhouden van wat hun stukken meemaken? Niet alleen van hun eigen stukken, maar ook van die van de tegenstander. Ik ben er nog steeds niet uit of het luiheid is of efficiëntie, of beide tegelijk, maar schakers schrijven geen letter teveel en ze houden toch tegelijkertijd 32 dagboeken nauwkeurig bij. Daar hebben ze een speciale manier voor bedacht. Notatie heet het. Als je Dagboek van een Slecht Jaar van Coetzee hebt gelezen, dan snap je misschien hoe dit werkt, denk je. Maar nee, het lezen van literatuur helpt hier geen biet. Wie iets van schaaknotatie wil snappen, vindt meer vergelijk in de wiskunde en logica, waar men graag met symbolen werkt. Zoals wiskundigen de redundante elementen uit hun vergelijkingen schrappen, zo bloedfanatiek snijden wij schakers met Ockhams scheermes alles weg uit de notatie dat naar overbodigheid en herhaling ruikt. Na notatie is van elk stuk op elk moment bekend waar het is geweest, wat het heeft meegemaakt, waar het staat en wat het voelt. Het uitvoeren van een zet wordt genoteerd met de beginletter van het stuk gevolgd door het veld waar het naartoe gaat. Niet waar het vandaan kwam, want dat weten we meestal al wel.
Als voorbeeld is hier een avontuur uit het dagboek van een randpion.
In schaaknotatie klinkt het: 9.a3
Laten we de pion zelve aan het woord, dan krijgen we een uitgebreider verhaal:
“Man we zijn nog niet begonnen of ik voel alweer de ogen in mijn rug prikken. Die a1 toren ziet mij liever gaan dan komen, hij houdt van open lijnen en ik sta alleen maar in zijn weg. Hé, 5.Pc3 kijkt nu ook al naar mijn plekje, maar die knol is gelukkig meer geïnteresseerd in e4 dekken dan aan de rand staan. 6. Lc4 .. 7.Lb3, het wordt nu toch wel heet onder mijn voeten waar drie van mijn eigen stukken naar staren. Pc3 mag na 8 .. Lb7 niet meer weggejaagd worden, want e4 heeft weinig verdedigers. Dus daar ga ik: 9.a3 Zo bewaak ik b4 tegen indringers en ik maak a2 vrij voor loper, toren of paard. Maar eens even aanzien hoe dit verder gaat. 15. duurt lang!! 22. Er gebeurt hier niets meer, ja, achter mijn rug om. 28 Saa-haai! Wanneer mogen we weer terug in het doosje? 36. Pd3, hee! b4 hangt weer in de lucht. 45. Txb5, Ik kan nu nooit meer een b-pion slaan. Eens een randpion, altijd een randpion?? 50. Txa4 Ow yes, yes, yes! Ik ben een vrijpion! Ik zal het je nog sterker vertellen, ik ben een verbonden vrijpion! Ik ben zelfs de verre verbonden vrijpion! Let me shine! Even wachten nog op dat afruilgeneuzel van niets betekenende inferieure stukken en dan race ik naar a8 om mijn wonderlijke metamorfose te voltrekken en op het bord te zegevieren. Let maar eens op. 56 .. Kg4 Mag ik nu, mag ik nu?? Hee! 57. c4 kruipt voor! 64. Zwart geeft op. Nou ja, we hebben tenminste gewonnen en ik heb goed meegedaan!”
Soms hoor je dus wat meer als je de stukken zelf laat spreken, maar ik snap het nut van die schaaknotatie wel.
Recente reacties