Ronde 4 – eerste helft

De vierde ronde moet helaas in twee delen gespeeld worden. De partij tussen Daniël en Jan wordt de 15de gespeeld. Opvallend is de onzekerheid die spelers Robbie en Anton uitstralen in hun analyses. Beiden zijn bang om in de voorbereiding van de ander te trappen, waaruit je dan de conclusie zou kunnen trekken dat ze openingen spelen die ze eigenlijk niet vertrouwen. En dat roept dan weer de vraag op waarom ze niet gewoon openingen spelen die ze wel vertrouwen. Rare jongens die toppers. Enfin… de Engelse opening is erg populair in deze kampioensgroep. Dus ook nu weer een Engelse partij. Wel erg instructief ook weer. Zie hoe Robbie met de witte stukken eigenlijk alleen maar de normale ontwikkelingszetten doet, maar daardoor Anton met de zwarte stukken zo onder druk zet dat de zwarte stelling langzaamaan steeds moeilijker te spelen is. En tenslotte… Eerst de analyse van Robbie,

Anton maakt in zijn analyse duidelijk hoe het zo gekomen is dat hij in zware tijdnood geraakt is. Hij is als altijd bescheiden als hij reflecteert op zijn kennis en kunde met betrekking tot uit de Engelse opening voortvloeiende middenspelen. Maar eerlijk is eerlijk: hij heeft met al die denkkracht en bedenktijd de opening toch maar zonder kleerscheuren gespeeld. Inderdaad moest ik hartelijk lachen toen hij in de post mortem zonder blikken of blozen claimde na een zet of 11 beter te staan. Samen met Stockfish maakt hij die claim hard. Toch blijf ik erbij dat vooral de witte stelling makkelijk speelt, terwijl zwart lang moet blijven ploeteren om dat voordeel dat ergens in de verte lijkt te gloren ook daadwerkelijk op enigerlei wijze concreet te krijgen. Soit. Net nadat hij dacht iets beter te staan, sluipen er onnauwkeurigheden in het spel van Anton. En tijdnood komt weer eens op – wellicht mede doordat Anton zijn gedachten wijduit laat meanderen langs vermeende sluwe voorbereidingen via kalligrafische wanprestaties naar China en de Wolga. Hieronder zijn zielenroerselen.

Share

Geef een reactie