Kampioensgroep van start
De eerste ronde is een mooie ronde om je geloofspapieren af te geven. En dat heeft Robbie gedaan in een mooie, vrijwel foutloze partij. Ik neem beide analyses op in dit verslag omdat het mooi laat zien hoe beide spelers de partij beleefd hebben. In de analyse van Robbie zie je de hang naar objectiviteit, in die van Anton de achtbaan van een prima verlopende opening die toch niet zo prima blijkt te zijn, naar een steeds slechter wordend middenspel, naar een misschien toch kansen biedend eindspel, naar het peilloze niets, zo treffend verwoord met: “En ik gaf op”.
Mooie pot weer voor Robbie. Hieronder de analyse van Anton. Verrassenderwijs denkt Anton dat bouwvakkers nog omgeschoold worden: het is andersom – je wordt tegenwoordig omgeschoold tot bouwvakker. Wat ook opvalt is dat Anton helemaal voorbij gaat aan de toch ietwat gekunstelde zet 17 Pa3. In de analyse toonde Robbie aan dat wit hiermee een prima speelbare stelling kan bereiken.
Aan het andere bord ging het er wat rustiger aan toe. Daniël bereikte vrij gemakkelijk gelijk spel. Hieronder staat zijn analyse. Het belangrijkste voor zwart was de witveldige loper van wit in toom te houden. Door het initiatief te grijpen (en vast te houden) op de damevleugel lukte dat. Jan is ondertussen op zoek naar een andere opening, zo vermoeden wij.
Alles is nog mogelijk. De bal kan raar rollen. Parijs is nog ver. Maar Robbie staat wel mooi bovenaan een heeft daarmee de beste kansen. Benieuwd naar ronde 2.
Fijn, deze verslagen, Maarten! En altijd leerzaam om dezelfde partij door twee verschillende paar ogen te bezien. Ook mooi om de drie verschillende analysestijlen te lezen.
Ja fijn Maarten. Iets anders: Is “door twee verschillende paar ogen” nu een pleonasme, een tautologie of kan het ‘gewoon’?
Toch nog een kleine schaaktechnische correctie; “Wat ook opvalt is dat Anton helemaal voorbij gaat aan de toch ietwat gekunstelde zet 17 Pa3. In de analyse toonde Robbie aan dat wit hiermee een prima speelbare stelling kan bereiken.”
Het verschil tussen 17. Pd2 en 17. Pa3 is 0.4 volgens mijn engine. Dat ervaar ik niet bepaald als een keerpunt (er waren veel dramatischer momenten): Robbie beoogde slechts aan te tonen dat op 17. Pd2 17…Pg4? niet het beste antwoord zou zijn. Dat is namelijk17…a6, waarna wit gewoon nog steeds slecht staan (-1.0) Na 17…Pg4? zou wit inderdaad via de door Robbie gegeven variant een prima speelbare stelling kunnen bereiken…
‘Twee verschillende paar ogen’ is nodig om te vermelden als het alternatief ’twee dezelfde paar ogen’ is. Ook wel bekend als het vierogenprincipe.
Ja, dat is het uitgangspunt. Maar is twee dezelfde paar ogen mogelijk?
Je hoeft geen hoge ogen te gooien. Als je dobbelsteenworp 4 oplevert, dan heb je twee dezelfde paar ogen. Moet het natuurlijk wel een zuivere dobbelsteen zijn.
Dezelfde persoon kan ook twee keer naar de partij kijken (heel verstandig om dat te doen!) . Dan is het twee keer hetzelfde paar ogen dat de partij beziet.