Jatmacht
Iedere schaker die mij een beetje kent weet dat ik altijd op matjacht ben. Voor mij is dat namelijk het hoogst bereikbare in het schaakspel. Dit leidt vaak tot wilde en onverantwoorde potjes schaak, maar is bijna altijd smeuïg. Mijn tegenstander Klaus Wüstefeld is van nature ook zo’n jager. Of dat de reden was waarom hij zo aardig was afgelopen dinsdag, weet ik niet. Feit is dat me niets in de weg gelegd werd in mijn jacht. Na een paar dubieuze zetten van zwart, waarbij met name f5 een dik vraagteken verdient, stelde hij mijn rechterhand in staat om de doodszet uit te voeren. Dankzij deze jatmacht eindigde mijn matjacht abrupt en onverkwikkelijk voor zwart.
Tja, wat moet ik daarvan zeggen? Die Marcel is een talentvolle jongen, ’n briljant schaker !
Waarom is Klaus nooit zo aardig tegen mij? Bij het rapid toernooi maakte hij het mij bijzonder lastig en mocht ik van geluk spreken dat ik niet verloor. ;-)
Zal even kijken naar het geclaimde record, die categorie hadden we nog niet, maar kan er best bij!
Ik vind Klaus altijd aardig!
Het lukt mij niet altijd om onaardig te zijn, terwijl ik dat op het schaakbord heel graag wel wil .