Grrr in Groningen
Zaterdag 2 maart 2024, om kwart over tien verzamelen bij Frowijn voor vertrek. KWART OVER TIEN?? Ja, Groningen ligt niet naast de deur. Na het autoritje komen we aan bij denksportcentrum Jannes van der Wal, u weet wel die topdammer die het licht zag en uiteindelijk toch vooral ons geliefde spelletje ging spelen.
In een grote zaal zitten we met ons tienen op een rijtje met nog wat andere teams om ons heen, een gezellige drukte. De tafels zijn ruim, zo breed dat je aardig je best moet doen om de stukken op de achterste rij van tegenstander te kunnen betasten. De stukken wat apart, vooral de torens, die zijn haast zo groot als dame en koning. Hiermee moeten we het gaan doen. Dat het buiten prachtig lenteweer is, zijn we snel vergeten, het echte plezier zou in dit steeds warmer wordende zaaltje beleefd gaan worden deze zaterdagmiddag.
Voor het begin van de wedstrijd knoopt Diderick, die naast mij zit, een praatje aan met zijn tegenstander. Ik luister mee. Heel fijnzinnig informeert hij hoe het toch kon dat Groningen 2, onze tegenstanders van deze middag, in de vorige ronde die enorme nederlaag van 9-1 voor de kiezen had kunnen krijgen in hun uitwedstrijd tegen Paul Keres 2. “Zat zeker net allemaal tegen?” Wat is die jongen toch goed, dacht ik. Heel gehaaid bij onze tegenstanders even opnieuw die ongetwijfeld traumatische belevenis oprakelen en het tegelijkertijd doen voorkomen uit oprechte interesse, het leek haast empathisch.
Zijn tegenstander antwoordde met een wijze les van een grootmeester van weleer, Bent Larsen, ofzo: “There is no bad luck in chess, only luck.” Wij konden hierop alleen maar instemmend knikken voordat de klokken in gang werden gezet.
“No bad luck in chess”, ja, ja. Mijn tegenstander stuurt anders mijn plannen voor een fijne ingewikkelde partij gelijk in het honderd door een hip Caro-Kann variantje te spelen waarbij meteen alle muziek uit te stelling verdwijnt. Pfff. Nou ja, ik kan wel wat proberen. Maar nee, mijn tegenstander ruilt nog een loper en de dames en we zijn al zowat in een saai eindspel beland. Hij biedt remise aan. Ik kijk wat rond, vraag aan teamcaptain Joost of ik de remise überhaupt mag aannemen. En aangezien er verder nog niets gebeurd is in de wedstrijd laat hij de beslissing geheel aan mij over.
Ik kijk nog eens goed naar de stelling. Zie eigenlijk geen plan. Bedenk me dat ik ook wel wat leesvoer heb meegenomen waarmee ik de tijd kan doden als het op de andere borden niet snel spannend genoeg wordt om naar te kijken, en schudt de hand van mijn opponent. Een halfje, na 13 zetten en iets meer dan een uur spelen. Ik heb die grote torens nog niet eens beroerd.
Ik analyseer even met mijn tegenstander, het lijkt allemaal wel OK wat we in onze korte zettenwisseling hebben gebracht. Mijn telefoon is het daar echter niet mee eens als ik die even later ook raadpleeg. Wat ik deed was eigenlijk niet best, de ruilzucht van mijn tegenstander was mijn redding. Inderdaad toch luck gehad, en geen bad luck.
Er gebeurt de rest van de middag van alles, maar echt leuk wordt het pas als de hele zaal zowat leeg is en mijn empathische buurman Diderick zijn tegenstander in een compleet remise-eindspel alsnog weet te foppen. Als allerlaatste, na vijfenhalf uur spelen en zoveel zetten dat ik hem al had moeten voorzien van een tweede notatieformulier, haalt hij het volle punt binnen. Weer luck!
En met dat volle punt gelijk onze totale puntenscore deze wedstrijd in een klap verdrievoudigen! Wat een held.
PS nog meer luck: we zijn wel veilig, degraderen is mathematisch onmogelijk geworden!
Recente reacties