Who needs yesterday’s papers (5, slot)

Op 28 januari 1944 is UVS opgericht; op zondag 28 januari van dit jaar – vandaag, als ik dit schrijf – is onze mooie vereniging dus officieel tachtig jaar jong. Ik zou zeggen: proost! Om dit feestelijke jubileum enigszins in de verf te zetten, hebben wij voor u de afgelopen weken digitaal gebladerd in het Nijmeegsch Dagblad, de krant die na het einde van de oorlog veel schreef over het Nijmeegs schaakleven. Op de site Delpher (van de Koninklijke Bibliotheek) zijn alle uitgaven van 1944 tot en met 1960 van deze krant digitaal te raadplegen en met wat plakken en knippen hebben we zo de beginjaren van onze club wat meer kleur kunnen geven.

We hebben in de vorige afleveringen van dit feuilleton al gezien dat in de eerste 15 jaar van haar bestaan UVS is uitgegroeid van een handjevol schaakliefhebbers in de Splendor gloeilampenfabriek tot de grootste en sterkste club van de stad. Een aantal factoren hebben m.i. aan dit succes bijgedragen. Toen in april 1945 de fabrieken in Nijmegen na alle bommen en granaten weer werden opgestart en de schaakborden in het Splendor Ontspanningslokaal weer tevoorschijn kwamen, stond het piepjonge UVS direct open voor iedereen. Ook niet-Splendorwerknemers konden zich aanmelden en meedoen. Bij WST (Willem Smit Transformatoren) en NOV (Nyma Ontspannings Vereniging), twee vergelijkbare schaakclubs annex bedrijfsverenigingen die in of vlak na de oorlog zijn opgericht, schaakten alleen werknemers van Willem Smit en Nyma. Zij stierven na verloop van tijd een zachte dood.

UVS heeft zijn succes natuurlijk ook te danken aan de Splendorfabriek. De fabriek was een gulle sponsor, betaalde het vervoer van de schakers middels een “autobus” bij uitwedstrijden en sponserde vanaf eind jaren veertig een jaarlijks terugkerend toernooi, het Splendortoernooi. Dat was een prestigieuze schaakaangelegenheid met regionale uitstraling en daarom mooie reclame voor de fabriek. Het Nijmeegs Dagblad – de ‘ch’ is in ’48 geschrapt – heeft er veel over bericht. Bij het vijfde toernooi, in 1953, kwam Max Euwe opdraven bij de opening, lezen we in de krant. Inschrijving voor de Splendortoernooien was gratis, er werd gespeeld in groepen en er waren mooie prijzen voor alle groepswinnaars.

Laten we eens, om te kijken hoe dat ging in die tijd, de focus richten op één van die Splendortoernooien, het tiende, uit 1958. Op 13 juni van dat jaar bericht de krant:

En zo gaat pater prof. dr. Zacharias o.f.m. cap. nog een flinke krantenkolom lang door over de barre werkelijkheid in Rusland anno 1958. Ik ben benieuwd hoe deze geleerde kapucijn nu, in 2024, tegen dat land zou aankijken. In de maanden na dit krantenbericht verschijnen in het Nijmeegs Dagblad met enige regelmaat de uitslagen van het Splendortoernooi en half november 1958 volgt een uitgebreid verslag van de slotbijeenkomst van het Splendortoernooi. Met op het eind:

Hé… Hoofman jr… dat is natuurlijk Lambert, die kennen we! Hij heeft het allemaal meegemaakt. Wat zou hij met die zuurstok hebben gedaan? Hoe dan ook: hij mag de rest van het verhaal van tachtig jaar UVS vertellen.