Who needs yesterday’s papers (3)

In dit feuilleton volgen we het spoor van UVS in de eerste 15 à 16 jaar van het bestaan, van 1944 tot 1960. We doen dit bijna uitsluitend aan de hand van artikelen en berichten in het Nijmeegsch Dagblad. Deze krant schreef opvallend veel over het schaken in Nijmegen en over UVS in het bijzonder. Zou een van de redacteuren van die krant zelf hebben geschaakt? Dat lijkt mij zeer waarschijnlijk. En waarom maar tot 1960? Om de eenvoudige reden dat deze mooie krant alleen van 1944 tot 1960 gedigitaliseerd toegankelijk is. Gewoon thuis, achter je laptop kan iedereen de krant lezen en doorzoeken. Het Nijmeegsch (later Nijmeegs) Dagblad heeft het tot 1993 volgehouden, maar om nu bijvoorbeeld in de leeszaal van het Gelders Archief in Arnhem hele jaargangen van zo’n vergeelde papieren krant door te spitten is mij iets te veel van het goede.

Zoveel is zeker: UVS is begonnen als onderdeel van de bedrijfsvereniging van de Splendor gloeilampenfabriek in de Groenestraat. Maar al in 1945, toen de activiteiten pas echt goed van start gingen, stond UVS direct ook open voor anderen. Je hoefde niet bij de Splendor te werken om bij UVS te gaan schaken. UVS adverteerde gewoon in de krant om nieuwe leden te werven. Ik heb begrepen dat de schaakclub al heel snel financieel onafhankelijk was van Splendor en de rest van de bedrijfsvereniging; heel verstandig! UVS schaakte in het Splendor Ontspanningslokaal – zeg maar de kantine van de fabriek – en Splendor steunde de club financieel, dat weer wel. Daar staat tegenover dat een bloeiende schaakvereniging natuurlijk mooie reclame oplevert voor de fabriek, zeker als ze jaarlijks een open “Splendor”toernooi organiseren waar veel schakers op afkomen. Dat is goede publiciteit. Bij de bedrijfsvereniging van de Splendor kon je overigens ook voetballen en/of vissen.

Hierboven: de Splendorkantine in de jaren zestig. Foto: Nationaal Archief

Naast de interne competitie, de externe (OSBO-)competitie en de toernooien speelde UVS in de jaren ’40 en ’50 ook regelmatig tegen schakers van andere bedrijfsverenigingen. Splendor was eigenlijk van Philips en daarom is het logisch dat UVS goed contact had met de schakers van Philips Oss (SPO). Ieder jaar werd er een “massakamp” georganiseerd die meestal door Nijmegen werd gewonnen. Het Nijmeegs Dagblad hield zelfs de totaalscore bij, blijkens dit bericht van 12 december 1959 (met excuses voor de type/zetfout).

Eén keer heeft UVS zijn eigen naam verloochend en is specifiek onder de vlag van Splendor gaan schaken. Dat was op 11 september 1950, vijf jaar na het einde van de oorlog en de bezetting. Het is een van de aardigste berichten over onze club die ik in het Nijmeegs Dagblad ben tegengekomen. UVS had contact met een schaakvereniging uit Kranenburg, vlak over de grens, en deze wilde wel in Nijmegen komen schaken. Voor verenigingen echter die waren aangesloten bij de KNSB was schaken tegen Duitse clubs in die tijd nog verboden. De wonden van de oorlog waren voor velen te vers. Het bestuur van UVS en de Splendordirectie hebben toen besloten om dan maar onder de Splendorvlag te gaan schaken. En zo kwam het allereerste naoorlogse contact tussen Duitse en Nederlandse schakers tot stand in het clublokaal van UVS! Omdat het zo’n fraai, bijna ontroerend bericht is, neem ik het in z’n geheel over.

“Daar de schakers van de Splendor Gloeilampenfabriek echter geen erkende vereniging vormen…”. Ha, ha, ha… het Nijmeegsch Dagblad wist natuurlijk wel beter en speelt het spel keurig mee. En over die naoorlogse “Nijmeegse bouwstijl” waar die Duitsers zo “bijzonder enthousiast” over waren, verschillen vandaag de dag de meningen. Maar goed, daar gaat het hier niet over. Wat mij betreft: een kleine pluim op de hoed van voorzitter Hoeboer en zijn Splendorianen. Goeie actie en mooie overwinning!

Wordt vervolgd.

Share

Geef een reactie