Onze laatste kans?

Met nog drie ronden te gaan was de wedstrijd tegen Mook 2 afgelopen dinsdag waarschijnlijk onze laatste reële kans in poule 2D. Om degradatie te ontlopen moesten we winnen. De laatste twee rondes spelen we nog tegen de nummers 1 en 2 van de poule; de kans is erg klein dat we tegen hen wedstrijdpunten kunnen scoren. Op papier is Mook 2 geen gemakkelijke tegenstander. Ze hadden al gewonnen van onze broeders van UVS 2 SOS en hebben gemiddeld een iets hogere rating dan wij. We gingen er dus goed voor zitten.

Colin (bord 4) kwam om 21.15 uur al melden dat het eerste punt binnen was. Zijn tegenstander had zich – zo vernam ik later – al vroeg in het middenspel vergaloppeerd, een paard kwijtgespeeld en daarna snel opgegeven. Omstreeks die tijd vroeg ik Arjan (bord 5) in de wandelgang hoe hij ervoor stond. Min of meer in evenwicht, begreep ik. Maar tien minuten later moest hij al de vlag strijken. “Laat de anderen maar zien hoe je vooral niet moet schaken”, mailde hij mij gefrustreerd later die avond. Bij deze (zie hieronder).

Commentaar Arjan: “Door Te6 te spelen, bood ik mijn opponent aan om een pionvork in de stelling te schuiven met d5. Ik zag hierin onterecht voordeel voor zwart (in de variatie zie je dat het na het nodige ruilwerk qua materiaal gelijk is). Hans van den Ende had geen haast met d5 en verbeterde eerst langzaam maar professioneel zijn stelling. Toen daarna d5 dreigde met voordeel voor wit, heb ik de vorkoptie opgeheven door Pd8. Dat paard staat daar slecht en het blokkeert het zicht van de toren over de achterste rij. Even later zie ik mat in 1 over het hoofd. Laat de anderen maar zien hoe je vooral niet moet schaken.”

Kosse en Ismail speelden op bord 3 en 2 vervolgens remise. Bij Kosse zat er niet meer in dan een gelijkspel, bij Ismail moest Mathijs, onze onvolprezen en immer kalme wedstrijdleider, eraan te pas komen om de gemoederen wat te bedaren. Het snelle spel en slordige noteren van Ismail had voor commotie gezorgd. Dat alles ging grotendeels langs mij heen, zeker toen ik vernam dat Mark op bord 1 het onderspit had gedolven. Tussenstand: 2-3. Winst zat er helaas niet meer in.

Maar gelukkig wist ik tegen Moker/Mokenaar Paul Beurskens (petje af: 89 jaar jong!) het hoofd boven water te houden. In een wilde Siciliaan raakte mijn tegenstander op zet 15 een stuk kwijt, maar gooide vervolgens wel alles op de aanval. Ik moest flink nadenken om alle zwarte dreiging te pareren en zelf een goeie aanval op te zetten. Dat lukte uiteindelijk na 47 zetten (zie hieronder). Eindstand: 3-3.

Commentaar Jaap: “En hier deed zwart, hoewel hij schaak stond, een onreglementaire zet met zijn toren. Hij schrok vervolgens van de twee minuten extra tijd die ik er graag bij wilde hebben (tijdnood!) en gaf op. Maar objectief gezien stond ik natuurlijk al wel gewonnen. Her en der had ik wel doortastender kunnen optreden (mijn 24e zet, Le5, is echt niet goed), maar dat gold ook voor zwart (zijn antwoord 24. … e3 op Le5 is ook niet goed). Dat ik op zet 46 een winnend vorkje met het paard over het hoofd zag kwam door mijn tijdnood. Een leuke koffiehuisschaakpartij al met al; we dronken na afloop nog een potje bier.”

Of dit gelijke spel genoeg is om degradatie te ontlopen? Alleen als alles, maar dan ook alles meezit.

Share

Geef een antwoord