UVS 2 SOS – Zevenaar 2
Gezien de gelijke gemiddelde rating van UVS en Zevenaar (1642/1644) lijkt de uitslag 3-3 een logische uitslag, maar daarmee heeft Zevenaar wel geluk gehad. Zonder de blunders (van Marcel en Frans en Thei ) hadden we toch minstens 1 bordpunt meer gescoord. Stand na 3 teamwedstrijden → De Toren: 6 matchpunten, UVS: 5 matchpunten.
Al snel stonden we achter met 0-1. Thei had in de opening helaas even een black-out en gaf een loper weg. Een fout in de opening? Je zit er de hele partij mee! Thei zal uitleggen wat “vechten tegen de bierkaai” in de praktijk betekent (zie ’t verslagje bij bord 6). Hoewel oppervlakkig gezien Tobi (bord 5) hier en daar misschien beter had kunnen spelen, was zijn remise (achteraf gezien) toch wel waardevol. Frans (bord 4) had er wel zin in om na vele verliespartijen een keer te winnen, zo blijkt uit zijn woorden, maar zet 24 was een blunder (te snel gespeeld). Ook zet 25 was een enorme inschattingsfout: verlies dus. Hierna was de stand 2½-½ voor Zevenaar. Dat zag er toen niet goed uit voor UVS. Marcel aan bord 3 had na een vrij originele opening een pittige gelijk opgaande strijd, waarbij hij gaandeweg steeds beter kwam te staan. De partij was bijna afgelopen en gewonnen, toen hij een fatale fout maakte. Hij was daarom terecht niet tevreden met zijn remise. De stand in het voordeel van Zevenaar was hierna 3-1.
De laatste 2 partijen moesten gewonnen worden om 3-3 te scoren
Simon (bord 1) en Klaus (bord 2) moesten toen winnen om nog 3 – 3 te spelen. Simon had echter het idee dat we al verloren hadden: zijn tegenstander (de teamleider van Zevenaar) had immers ten onrechte al 3½ punt voor Zevenaar genoteerd, waarmee Zevenaar de winst al binnen zou hebben. Een gevaarlijke situatie: Simon kon immers gemakkelijker een reden hebben om risico’s te nemen, “we hadden immers toch al verloren”. Door een tactische opstelling van Zevenaar had Simon de speler met de minste rating tegenover zich gekregen. Die speelde onverwacht sterk, maar Simon wist toch de overwinning binnen te halen.
Klaus vocht in de laatste partij een spectaculaire eindstrijd, waarbij hij onverwacht een manier vond om zijn enige pion toch nog te laten promoveren. Zo wist hij het laatste punt binnen te halen dat nodig was voor de 3-3 uitslag. Het verliep echter niet allemaal zo rustig als normaal (zie het verslag bij bord 2).
Bord 1 Pieter van der Poel (Wit) – Simon van Dijk (Zwart) 0 -1
Zodra mijn tegenstander zich aan mij voorstelde, wist ik dat Zevenaar in een tactische opstelling speelde. Ik had namelijk al op Netstand gezien dat hun teamleider Pieter, want zo heette hij, de laagst gerate speler van het team is. Hij had zichzelf opgeofferd aan bord 1. Aan mij dus de taak om te winnen, liefst zonder malle fratsen om het onnodig spannend te maken.
Dat begon goed, ik kreeg mijn favoriete spelletje op het bord en in de opening leek er niets fout te kunnen gaan. Ik had bovendien nauwelijks tijd nodig voor mijn zetten en Pieter juist wel. Maar de hoogmoed kreeg mij in zijn greep, want in een stelling waarin niets fout leek te kunnen gaan, maakte ik een paar positionele missers waardoor wit in het voordeel kwam. Gelukkig vond hij de optimale plannen niet om zijn positionele overwicht om te zetten naar een gewonnen stelling of materieel voordeel en bleef ik dus de hoop houden op meer dan de remise die hij op zet 19 aanbood.
Wit bleef enigszins passief spelen en de stelling gesloten houden. Ik kreeg het idee dat hij eerder voor het halfje ging dan voor de winst. Toen ik bijvoorbeeld een dameruil aanbood, accepteerde hij die bijna a tempo, terwijl dat niet in zijn voordeel was. De witte afwikkeling naar het eindspel verliep vervolgens ook vrij onnauwkeurig omdat hij mij een cruciale pion op a3 liet slaan. Daardoor kwam ik helemaal terug in de partij, al was het nog verre van over. Op het moment dat de tijdnoodfase zijn opwachting begon te maken, gebeurde er echter iets dat onvermoede krachten in mij losmaakte…
We stonden op dat moment ½-2½ achter, zag ik op het scoreformulier op onze tafel. Een speler van Zevenaar vulde de uitslag van Marcel in: 0-1. Shit, wedstrijd verloren, zo dacht ik. Dan maar vol voor de winst gaan. Ik had op dat moment de kans om de pion op f2 eraf te rammen. Ik wist niet 100% zeker of dat helemaal goed was (Stokvis zei achteraf natuurlijk van wel), maar ik ging er gewoon voor: ogen dicht en Lxf2! Twee zetten later gaf wit op. Puntje gered voor eer en elo, ik was zo blij als je kunt zijn met een teamnederlaag. Tot ik na afloop van Klaus’ controversiële partij hoorde dat de eindstand 3-3 was. Ik kon het bijna niet geloven! Marcels partij was in remise geëindigd, de speler van Zevenaar had de uitslag verkeerd ingevuld. Mijn winst bleek achteraf van groot belang. Zo ging mijn avond van goed naar heel goed.
En die tactische opstelling? Die bleek meer van praktische aard te zijn: Zevenaars gebruikelijke bord 1-speler had op woensdag een tentamen en was daarom maar aan bord 6 gaan zitten, in de hoop een makkelijke, relatief snelle avond te krijgen. Thei’s incorrecte openingsoffer zorgde er helaas voor dat deze tactiek onbedoeld werkte.
Bord 2 Klaus Wüstefeld (Wit) – Yannick te Pest (Zwart) 1-0
De vorige wedstrijd (tegen SMB) speelde ik ook al tegen een blinde. Wie heeft het geregeld dat ik opnieuw tegen een blinde moest ?! Dat kan toch geen toeval zijn? ….. een complot?
Maar nu de partij: ik wist ik in de opening een gevaarlijke doorbraak van Yannick te verhinderen. Na een afruil van de stukken belandden wij daarna in ’n moeilijk eindspel met een klein voordeel voor mij (zie diagramstelling). Aan het einde van de partij hadden wij beiden slechts koning en paard, maar ik nog ’n pionnetje extra. Dat zou zo maar remise kunnen worden. De vraag was of ik nog een mogelijkheid kon vinden om te winnen. Dat lukte op wel leuke wijze: ik kon een dame halen. Yannick gaf niet op, waarna de tijdnood een belangrijke rol ging spelen. Tegen een blinde ben je dan op onrechtvaardige wijze in het nadeel, maar uiteindelijk lag het voor de hand dat ik (met een dame méér!) ging winnen.
Bord 3 Jeroen van der Poel (Wit) – Marcel Verstappen (Zwart) ½-½
Na mijn ontluisterende nederlaag in mijn eerste externe partij tegen SMB was ik erop gebrand niet wederom zo’n blunder te maken als in die partij. Dat is me helaas maar ten dele gelukt. Wederom blunderde ik, maar nu was het effect ‘slechts’ dat ik in plaats van de zege maar een half punt weggaf…
Ik speelde op bord 3 met zwart tegen Jeroen van der Poel een ongebruikelijke variant van de Aljechin, waarin het lange tijd gelijk op ging.
Bord 4 Frans van den Hooven (Wit)- Henk Rouwenhorst (Zwart) 0-1
Bord 5 Daniël Meiboom (Wit) – Tobi van Scheijndel (Zwart) ½-½
Bord 6 Thei van Laanen (Wit) – Jos Aalberts (Zwart) 0-1
Ik maakte al vroeg in de partij mijn blunder van het jaar: ik dacht een pion te kunnen winnen maar zag na één slagzet dat ik een tussenruil helemaal over het hoofd had gezien: daar ging m’n loper, in ruil voor een pionnetje. En ik had nog zó goed naar links en rechts gekeken voordat ik de sprong waagde. Vreselijk. Zwart speelde de rest van de partij heel effectief op afruilen, mijn keepen had geen zin. Nog even had ik een doorzichtig valletje op kunnen bouwen waarmee ik remise zou hebben kunnen houden, maar zwart trapte er niet in. De partij op het laatste bord was als eerste afgelopen, de avond was nog lang.
Te stellen dat Klaus tegen de blinde Yannick “op onrechtvaardige wijze in het nadeel” is geweest, is toch al te gortig en gaat voorbij aan een aantal cruciale gebeurtenissen op die avond. Uiteraard is het Yannicks goed recht door te spelen met paard tegen dame. Zijn team stond met 3-2 achter; laat de tegenstander het maar bewijzen!
Aangelokt door de grote schare toeschouwers kwam ik er pas in op het moment dat Klaus met nog 40 seconden op de klok met de matvoering bezig was. Matvoering is een groot woord, want het verliep niet zo goed. Eerlijk gezegd drong zich de indruk op van een hamster in een tredmolen, want op elke zet van Yannick beperkte Klaus zich tot een dwangmatig schaakje en het zo snel mogelijk weer indrukken van de klok, (ondanks de 10 seconden increment) Zo maakten de vier stukken een rondgang over het gehele bord waarbij soms de verkeerde coördinaten werden doorgegeven, (hetgeen al veel van Yannicks flexibiliteit moet hebben gevergd). Af en toe liep ook nog de verkeerde klok in het hierop volgend herstelproces en zo verkregen beide spelers een paar keer extra increment. Door zijn vlag zou Klaus niet gauw gaan.
Yannicks enige kans lag dus in de 50-zetten regel. Er was echter niemand, ook niet bij Zevenaar, die de zetten bijhield. ‘Dat is de taak van de wedstrijdleider’, bromde een Zevernaarder, maar wat als die zelf nog bezig is? Yannicks volgende nadeel bestond dus in teamgenoten van het slag ‘het zal mijn tijd wel duren’. Desondanks kwam een aantal van hen toch in het geweer toen Klaus herhaaldelijk voor damezetten koos terwijl hij schaak stond. Na omstandig overleg werd besloten tot extra tijd voor Yannick en toen trad het laatste nadeel van Yannick aan het daglicht. Hij moest zelf zijn blindenklok opnieuw instellen, niemand die hem er bij kon helpen. Gedurende de minuten dat dit werk in beslag nam, zat Klaus kaarsrecht achter het bord, zijn borende blik op de stelling gevestigd. De omschrijving van een pokerspeler door een Britse sportcommentator borrelde bij me omhoog: “He could teach an eagle a thing or two about posture.” Toen de klok na veel omhaal uiteindelijk was ingesteld produceerde Klaus de stille prachtzet Db6. ‘Dit is niet de stelling’ verweerde een beduusde Yannick zich nog, maar hij moest in mat of paard-verlies berusten, koos voor het laatste en stond spoedig daarop mat.
Bottomline: in plaats van gestraft werd Klaus in feite beloond met extra verdiepingstijd. Ik heb dat zelf ook ooit aan den lijve mogen ondervinden. Terwijl de wedstrijdleider de klok toen opnieuw instelde, verdiepte mijn in tijdnood verkerende tegenstander zich kosteloos in de stelling. Een tijd lang heb ik dit als een lakmoesproef beschouwd of iemand deugt of niet, maar van dat idee ben ik afgestapt. Je kunt iemand niet dwingen a.h.w uit de partij te stappen en zich te onderhouden over van alles en nog wat om maar te voorkomen dat hij zonder dat de tijd loopt over de stelling kan nadenken. Maar een lek in de reglementen is het wel. Yannick had dus nooit akkoord moeten gaan met extra tijd.
“Ik snap wel dat je teleurgesteld bent”, zei Klaus na afloop met therapeutische zachtheid tegen de nog napruttelende Yannick. Ik begreep dat ook wel.
Ik heb er niet bij gestaan, maar op basis van de hier door Anton geboden informatie concludeer ik dat Klaus meerdere keren zijn koning schaak heeft laten staan en dus meerdere onreglementaire zetten heeft gedaan. Het FIDE-reglement is daar duidelijk over:
7.5
Na de in artikel 7.5.1, 7.5.2, 7.5.3 of 7.5.4 beschreven handeling moet de
arbiter bij de eerste voltooide onreglementaire zet van een speler, twee
minuten extra tijd aan zijn tegenstander geven; bij een tweede voltooide
onreglementaire zet van dezelfde speler moet de arbiter de partij voor hem
verloren verklaren.
Waarom derhalve al dat chaotische overleg en die tijdtoekenning? De wedstrijdleider had de partij onmiddellijk verloren moeten verklaren voor Klaus.
” bij een tweede voltooide
onreglementaire zet van dezelfde speler moet de arbiter de partij voor hem
verloren verklaren.”
geldt dat ook als de tegenstander onvoldoende materiaal heeft voor mat (zoals in dit geval) , of was het dan reglementaire remise geweest?
Vooropgesteld: de partij werd op dinsdagavond gespeeld, een KNSB-wedstrijdleider was dus niet aanwezig. Het is zeker niet mijn bedoeling Klaus in een kwaad daglicht te stellen, van zijn integriteit ben ik overtuigd: mensen gaan nu eenmaal verschillend om met tijdnood (nog afgezien van de grote verschillen in beleving van wat men als tijdnood ervaart). Daarbij komt dat coördinaten doorgeven niet voor iedereen even vanzelfsprekend is. (Ik zou daarom bepleiten in gevallen van tijdnood de taken van de wedstrijdleider uit te breiden, of een routinier hiermee te belasten: deze zou de zetten van de blinde eigenlijk op het bord van de ziende moeten uitvoeren en hij zou de zetten van de ziende verbaal moeten doorgeven aan de blinde. Iemand anders kan dan de doorgegeven zetten notuleren en nagaan of de 50-zetten regel van kracht gaat zijn)
Klaus heeft inderdaad meerdere keren schaak gestaan zonder dat aanvankelijk in de gaten te hebben. In de chaos die daar het gevolg van was (stelling herstellen, nieuwe zet doorgeven) werden er geen strafmaatregelen genomen. Voor UVS was dit (tijdnood in combinatie met blinde) natuurlijk ook een onwennige situatie. Van het team met daarin de blinde zou men dan ook enige alertheid/waakzaamheid/praktische richtlijnen mogen verwachten.
Neemt niet weg dat de reglementen op dit punt niet deugen. Stel ik ben kwaadwillend, stel de enige kans op remise voor mijn tegenstander ligt in de 50 zetten regel, dan weerhoudt niets mij ervan moedwillig een en slechts een onregelmatige zet te doen, teneinde me vervolgens in de stelling te verdiepen in de tijd die het de wedstrijdleider kost mijn tegenstander van extra tijd te voorzien, tijd waaraan mijn tegenstander in het geval van K+D vs K + P helemaal niets heeft, behalve ter contemplatie van het precieze veld waarop hij mat gezet wil worden.
Ga Zevenaar nou geen voer geven om dit aan te vechten en ons een matchpunt door de neus te boren…
@ Robbie: Good point. Het betreffende artikel gaat verder met ‘ De partij is echter remise als de stelling zodanig is dat de tegenstander niet mat kan zetten door welke reeks van reglementaire zetten dan ook.’. Als dat het geval was (en dat was het kennelijk), had de wedstrijdleider de partij inderdaad meteen remise moeten verklaren!
@Simon: Dude, seriously?
@Anton: Je hebt helemaal gelijk als je allerlei situaties schetst die onbedoelde en ongewenste gevolgen hebben wanneer er tegen een blinde wordt geschaakt.. Het is echter onmogelijk om die allemaal te ondervangen met een reglementsbepaling, Als jij zo’n bepaling zou kunnen opstellen, zou ik dat heel knap vinden. Reglementen zijn nu eenmaal qualitate qua gebrekkig en eindigen niet voor niks steevast met als laatste artikel: ‘Gevallen waarin dit reglement niet voorziet…’ ; ) In dit geval had die onterechte verdiepingstijd zich helemaal niet mogen voordoen.
Wat er bij UVS-3 SOS die avond gebeurde is een klein beetje vergelijkbaar. Daar moest Mark op bord 1 ook tegen een blinde tegenstander en ook deze partij werd pas in de tijdnoodfase beslist. Ik vond het toen een extra belasting voor de ‘ziende’ schaker. Die moet niet alleen zijn zetten mondeling doorgeven, maar ook de zetten van zijn blinde tegenstander zelf uitvoeren. Bij dat laatste ben je automatisch geneigd om de klok in te drukken – en dat kan/mag dan weer niet. Heel erg leuk natuurlijk dat blinden en zienden samen kunnen schaken, maar een aanpassing van de reglementen voor de tijdnoodfase is wellicht geen overbodige luxe.
Een uiterst interessante discussie. Wellicht een idee om contact op te nemen met de NSGV om advies in te winnen hoe UVS hier mee om kan gaan in de toekomst. Lucas de Jong is Algemeen bestuurslid van deze vereniging.
Van andere orde, kunnen we voortaan de term ‘visueel gehandicapt’ gebruiken ipv ‘blind’?
Niet dat de discussie hierover gaat, maar wat is er tegen ‘blind’ zeggen als je inderdaad blind bent? Het is toch geen scheldwoord, of heb ik iets gemist? Visueel gehandicapt kan ook slechtziend zijn, daar maak je het dus verwarrender mee, denk ik. Hij noemt zichzelf ook blind persoon: https://twitter.com/OkieLucas/status/1407095220752236544?cxt=HHwWgICy4b3pgIcnAAAA
Ik weet niet of de reacties-sectie de optimale plaats is om te overleggen, maar omdat de wedstrijdleider een paar keer genoemd wordt, kan ik vanuit mijn kant de situatie schetsen: Aan het begin van de avond is meegedeeld dat ik wedstrijdleider zou zijn voor alle partijen. Ik ben even opgestaan en heb vriendelijk rondgezwaaid. De avond verliep voor alle teams eigenlijk rustig. Mijn eigen partij duurde tot in de tijdnoodfase. Toen die was afgelopen keek ik rond en zag ik dat er zowel bij UVS2 als bij UVS3 nog mensen rond een bord stonden. Maar op beide borden werd met stukken geschoven en werd gepraat door de omstanders. Ik ging er daarom vanuit dat die partijen beeindigd waren, ook omdat ik er niet erbij geroepen werd. Later begreep ik pas dat de captain van UVS2 niet meegekregen had dat ik wedstrijdleider was en dat hij als thuisspelende captain zelf die rol aannam. En thuis realiseerde ik mij dat de tegenstander van Klaus mij natuurlijk ook niet op heeft zien staan aan het begin van de avond… Maargoed, op een gegeven moment wees iemand mij erop dat ik eens moest gaan kijken bij UVS2, omdat daar problemen waren ontstaan. Ik kwam dus heel laat bij de partij aan (na de laatst beschreven zet van Klaus en na de dans over het bord). Op dat moment was de tegenstander van Klaus de klok opnieuw in aan het stellen. Ik begreep al snel wat er aan de hand was: een onreglementaire zet van Klaus. Ik heb eerder iets vergelijkbaars gezien bij een partij met een speler met een visuele beperking. Het is de verantwoordelijkheid van de ‘ziende’ speler om ervoor te zorgen dat de stelling klopt. Als dat fout gaat en er wordt een illegale zet gespeeld, is het terugzetten en een tijdstraf en dan weer verder. So far so good. (Overigens werd mij niet duidelijk gemaakt dat er ook al eerder in de partij een illegale zet was gedaan). Het was mij wel duidelijk dat de tegenstander van Klaus ontevreden was. En zoals Anton beschrijft heeft de stelling wel enige tijd op het bord gestaan. Maar de partij werd hervat (koning+dame tegen koning+paard) en na een zet of 3 viel het paard en meldde de tegenstander van Klaus dat de stelling niet klopte. Dat was toen moeilijk te achterhalen en de stelling klopte in ieder geval nog wel vanuit de stelling waarbij de partij was hervat. Vervolgens was het aan Klaus om mat te zetten met zijn koning en dame. Een behoorlijk ongemakkelijke fase waarbij tot 3 keer toe alsnog een verkeerde stelling dreigde te ontstaan, wat ook maar weer de toestand van de spelers onderstreept. Maar dit verliep wel systematisch en in deze fase is de 50-zettenregel nooit aan de orde geweest. Inmiddels was het al een beetje uit aan het lopen en stonden de spelers van Zevenaar al met de jassen aan te pushen om te vertrekken, omdat ze nog helemaal terug moesten rijden. Al met al zijn beide spelers met een vervelende nasmaak naar huis gegaan en kon ik niet veel meer doen dan het punt van Klaus laten staan.
Ik ben verbaasd ( bijna geschrokken) van de reactie, die mijn partij veroorzaakte. Als betrokkene wil ik ook iets daarover zeggen. Voorop gesteld : het is goed, dat het voor blinden mogelijk gemaakt wordt om ook hun hobby (schaken) te kunnen voortzetten, maar het is dan niet respectloos t.o.v. de blinde, als je nuchter vaststelt, dat de regels slecht op de situatie inspelen, en de tegenstander in het nadeel gebracht wordt door de extra taken, die hij krijgt.. Je kunt tijdens de partij ( als er nog veel tijd is) tolerant zijn t.o.v. dit onrecht en dit accepteren: dat heb ik ook gedaan, maar in de tijdnoodfase kan het echt ’n nadeel worden. .. De situatie is dan wezenlijk anders dan in ’n gewone partij en er gebeuren ook andere dingen dan gewoonlijk. De vraag daarbij is ,wat onreglementaire zetten zijn. En dat is niet alleen “mijn niet opheffen van ’n schaakje,” dat mij 2x is overkomen”. Er zijn daarvóór volgens mij ook onreglementaire zetten gedaan door Yannick. Ik wilde daar niet over klagen, maar nu er toch ’n kwestie van gemaakt wordt ,moet het hele verhaal verteld worden, zonder wrok of zoiets, zonder iemand iets te verwijten, gewoon de feiten.
De problemen begonnen eigenlijk al vóór mijn Dame halen . Er was verschil in tijd : ik had meer tijd dan Yannick , misschien 5 minuten en hij 2 minuten.(ik weet het niet precies meer) . Hij was ernstiger in tijdnood dan ik. Hij was toen heel haastig met zetten, maar ook met het vermelden van de zetten: soms mompelde hij iets, soms gebruikte hij ’n Griekse letter om zijn zet aan te geven (Bêta 5 , Gamma 6 of zoiets). Het kwam er op neer, dat ik verschillende keren moest vragen, wat hij gezet had, terwijl hij de klok al ingedrukt had. Is dat reglementair ? Normalerwijze mag je toch pas de klok indrukken, als de zet voltooid is ? En als ik dan eindelijk ( terwijl mijn klok liep) zijn zet duidelijk gehoord had, moest ik zijn zet ( nog steeds in mijn tijd) nog zetten: is dat reglementair? . Ook na het Dame halen ging dat soms zo verder, terwijl intussen mede door bovengenoemde problemen mijn tijd ook behoorlijk geslonken was . Nog afgezien van het normale ingebouwde tijdsnadeel, verloor ik dus ook tijd doordat ( volgens mij) mijn tegenstander meerdere malen onreglementair gehandeld had, . In mijn zenuwen maakte ik toen ook fouten: één van mijn taken was ook het vermelden van mijn eigen zetten: in mijn haast had ik toen ook misschien meer dan één keer een foute zet opgegeven ( bijvoorbeeld ’n verwisseling van de a of b of c of d lijn) en dan was er natuurlijk ook de fout van ” het niet opheffen van mijn schaak-staan”. Pas ’n paar zetten na de tweede keer, riep Yannick dat ik al eerder het schaak niet had opgeheven, waarna hij niet meer wilde verder spelen, terwijl ( Let wel !) mijn tijd bleef doorlopen. Nadat het onder de aandacht van de teamleiders gebracht was , was de algemeen wedstrijdleider erbij gekomen en volgens mij werd toen pas de klok stilgezet. Er werd onderling over de situatie gepraat en er is toen besloten mij ’n tijdstraf te geven. Ik wist niet beter dan dat het de normale straf voor zoiets is en moest ermee akkoord gaan, maar ik vond het niet eerlijk, omdat Yannick daarvóór volgens mij ook zelfs verschillende malen onreglementair handelde. Na de partij was Yannick een beetje boos. Waarom? Hij legde dat zelf uit, namelijk omdat hij vond, dat hij het Dame halen van mij gewoon had kunnen verhinderen.
@ Klaus: – Voor wat de reglementaire zetten betreft: in feite is de situatie tussen jou en Yannick volstrekt symmetrisch: jij geeft jouw zetten door en drukt daarop meteen de klok in, terwijl hij jouw zet dan eerst nog moet verwerken en op zijn bordje moet uitvoeren. Het enig verschil is dat hij aan deze procedure gewend is en jij niet. Maar het leverde inderdaad over en weer misverstanden, spraakverwarringen en zelfs een lopende klok voor de niet aan zet zijnde speler op.
– Als buitenstaander -gewend aan vrij vlekkeloze KNSB-wedstrijden met een aangestelde wedstrijdleider- kon ik ten eerste alleen maar met afgrijzen constateren wat er allemaal misging. (Hoe moet dat gaan wanneer een blind persoon tegen een doof persoon speelt?) Ten tweede ging mijn instinctieve sympathie eerlijk gezegd uit naar Yannick doordat het erop leek dat Klaus er alleen op gericht was Yannick door zijn vlag te jagen. Met ruim 40 seconden op Klaus’ klok vroeg ik me herhaaldelijk af: ‘Waarom denkt hij niet even na, i.p.v steeds a tempo en met een willekeurig schaakje te antwoorden.?” Ik begrijp uit Klaus’ reactie dat ik de stress heb onderschat waarmee deze “extra taken” voor hem gepaard gingen.
Dat brengt me wel op de kern van mijn betoog: Had Klaus het winnende Db6 ook gevonden wanneer de wedstrijd niet zou zijn stilgelegd? Tegen de extra denkpauze waarvan hij gebruik kon maken doordat de klok opnieuw moest worden ingesteld, verzette ik me juist,, en ik ben er zeker van dat Yannick dat ook gedaan zou hebben als hij Klaus op dat moment zou hebben kunnen ‘zien’.
De reglementen zou ik dus in die zin aanpassen dat ik van de extra tijdvoorziening een OPTIE zou maken; Als onderliggende partij had Yannick immers helemaal niks aan extra tijd. Het geheel had dan in 5 seconden kunnen worden afgewikkeld: “Onreglementaire zet, gele kaart voor Klaus. Wil je extra tijd Yannick?” “Nee”, en door… Klaus zou dan wel onrechtmatige increment hebben gekregen door het met de onreglementaire zet gepaard gaande indrukken van zijn klok, maar zoals Jan al aangeeft: niet alles is te ondervangen.
Niettemin begrijp ik je verweer Klaus, en zeker als omstander, niet verwikkeld in het vuur van de strijd, is het natuurlijk makkelijk praten.
Ik vind het een erg boude bewering van Jan dat de wedstrijdleider de partij ‘onmiddellijk’ (!) verloren had moeten verklaren wegens een tweede onreglementaire zet. Hoogstwaarschijnlijk zijn die zetten gedaan nadat Klaus een zet van de blinde tegenstander onjuist had uitgevoerd op het bord. Die onjuiste handeling op het bord kan volgens mij geen onreglementaire zet zijn: het betreft immers niet de ‘eigen’ zet. En – als die onjuistheid even onopgemerkt blijft – is dan de ‘eigen’ zet die daarop volgt onreglementair omdat de dan bereikte stand niet overeenkomt met de notatie? Kun je van een onreglementaire zet spreken als degene die de zet doet in feite naar een andere stand kijkt, in een andere partij zit? Het aanvullende reglement voor slechtzienden rept niet over onreglementaire zetten en eventuele bestraffing, maar gaat over terugzetten naar de stand waar het misverstand begon.
Het laatste artikel over schaken met blinde spelers geeft misschien enigszins soelaas: Klaus had ten allen tijde gebruik mogen maken van een assistent die aan de andere kant van het bord had kunnen plaatsnemen, die alle zetten benoemt en de zet van de tegenstander uitvoert, waardoor Klaus min of meer onder normale omstandigheden had kunnen spelen. Iets waar we ons voordat zich een volgende gelegenheid voordoet maar eens op moeten bezinnen.
Art D.2.11 luidt: Wanneer de visueel gehandicapte speler geen gebruik maakt van een assistent, mag de ziende speler gebruik maken van een assistent voor het uitvoeren van de taken vermeld onder punt D.2.10.1 en D.2.10.2. Indien een visueel gehandicapte speler ingedeeld wordt tegen een slechthorende speler, dan moet er gebruik worden gemaakt van een assistent. (10.1 en 10.2 slaat op zetten benoemen en zetten van opponent uitvoeren op bord).
Verder wil ik nog opmerken dat Yannick nadat hij twee minuten extra had gekregen op de klok, ruim de tijd nam om de stand te bestuderen (meer dan 1 minuut) voordat hij de klok indrukte en Klaus kon zetten. Helemaal terecht natuurlijk, en een kleine compensatie voor het nadeel dat Klaus al die tijd naar de stand had kunnen kijken. Anton vraagt zich af of Klaus ‘het winnende Db6’ ook zou hebben gevonden als de wedstrijd niet zou zijn stilgelegd, maar in feite waren er zeer vele winnende zetten: Klaus stond al huizenhoog gewonnen met zijn K+D tegen K+P.
Anton, we hadden gewoon ’n eerlijke gelijke en spannende partij zonder incidenten. De zetten werden goed gezet en we waren beiden verstaanbaar en alles was O.K. Nadat ik op gewone manier door dame halen in feite de winst had binnen gehaald, begon de chaos. Ik werd bijvoorbeeld o.a geconfronteerd met de situatie, waarbij Yannick zijn zet ( en de klok) al gezet had, terwijl ik nog moest vragen, welke zet hij gezet had. En dat gebeurde ’n paar keer. afijn ik heb dat al uitvoerig beschreven. Dat ik tot 2x toe mijn Koning liet staan (bij schaak) overkomt mij nooit ! dat was duidelijk het gevolg van die situatie. Afijn: ik heb dat al eerder uitgelegd. Overigens wilde ik Yannick niet door zijn vlag heen jagen. Dat is ook niet logisch ! Dat hoefde niet : ik had de winst al in handen. Ik moest wel op mijn eigen vlag letten, dat die niet viel. . Uiteindelijk had ik met Koning en Dame zijn Koning ( en paard) naar de kant gedreven ( niet met willekeurige zetten !) de definitieve winst lag toen voor de hand.. De Vijftig zetten regeling was daarbij overigens ook geen kwestie. Het laatste stuk werd gepakt vlak voor mijn Dame halen. En de definitieve winst was er echt wel sneller dan 50 zetten.
@Thei: Er is niets bouds aan mijn bewering, Thei. Ik citeer enkel de FIDE-regel dat een partij verloren is als een speler twee keer een onreglementaire zet doet, wat volgens het verhaal van Anton kennelijk gebeurd is. (In dit geval zou het van rechtswege remise zijn geworden omdat zijn tegenstander enkel nog een paard had.) Mijn bewering is alleen op dat gegeven gebaseerd.
Of er zich daarvoor nog andere onregelmatigheden hebben afgespeeld die een ander licht op de zaak werpen, weet ik niet, ik ben er tenslotte geen getuige van geweest.
@ Thei: Ik heb de reglementen niet bestudeerd, maar de -mij onbekende- mogelijkheid in tijdnood gebruik te maken van een de zetten uitvoerende en doorgevende assistent had in dit geval veel problemen voorkomen. Die taak had ik -indien ik van de mogelijkheid had geweten- graag op me genomen.
Verder hoeft niemand er natuurlijk aan te twijfelen dat K+D tegen K+P gewonnen is en dat er vele winnende zetten zijn. De vraag is alleen of Klaus ze had gevonden in de toestand waarin hij verkeerde. In normale omstandigheden twijfel ik daar niet aan, nu echter wel (zie @ Klaus)
Ik kan niet in het hoofd van Yannick (noch in dat van Klaus) kijken, maar ik denk niet dat Yannick na de hervatting een volle minuut de tijd nam om te trachten alsnog een verdediging te vinden, maar eerder om alle eerdere gebeurtenissen te verwerken. De schaakjes waaraan Klaus zijn koning blootstelde (door niet met zijn koning maar met de dame te zetten) hadden overigens niets te maken met een eventueel verkeerd overgenomen stelling, maar speelden zich gewoon op het bord van Klaus zelf af.
@Klaus: Ik twijfel er niet aan dat alles OK was tot aan het dame halen, noch dat je Yannick niet door de vlag wilde jagen, noch dat je de winst in handen had, noch dat je mat hebt gegeven binnen de 50 zetten (je hebt nog tussentijds het paard geslagen bovendien)
Maar je zegt zelf al: “Dat ik tot 2x toe mijn Koning liet staan (bij schaak) overkomt mij nooit ! dat was duidelijk het gevolg van die situatie.” Je hebt de pech gehad dat er geen assistent aanwezig was en a.h.w gevangen zat in de voor jou hectische omstandigheden. Of je je tijdig had kunnen losrukken van de stress die het jou opleverde, weet ik niet. Dat gebeurde wel nadat het spel eenmaal was stilgelegd en je in alle rust Db6 kon vinden.
Ik kwam erin toen je al een dame had gehaald. De Koning werd inderdaad naar de rand gedreven, maar niet voor het eerst want twee keer liet je deze weer ontsnappen. Ik heb er tenminste 15 a 20 zetten bijgestaan alvorens het spel werd stilgelegd (en besprak dat nog met Ron van Dijk die er ook bij stond te kijken). Zoals gezegd, ik kan niet in je hoofd kijken. Het enige dat ik constateerde, was dat er van een doordacht plan geen sprake leek, omdat je nooit een denkpauze nam (zelfs niet met 40 seconde op de klok). Ik veronderstelde dat dit uit paniek voortkwam -en het jezelf blootstellen aan de schaakjes sterkte me in dat vermoeden- maar kon uiteraard niet vermoeden dat je nooit aan de winst hebt getwijfeld en dat de extra bedenktijd waarin je je op grond van de tekortschietende reglementen over de stelling kon buigen in feite overbodig was.
Mijn partij begint intussen een lang gerekte soap te worden. Boeiend, maar te gek eigenlijk. Anton, je gaat nu ook ’n schaaktechnische kwestie toevoegen, die wat minder te maken heeft met de vraag over het schaken met ’n blinde. Ik wil daar toch even op reageren. Allereerst dit: ik heb geen perfecte kennis over een eindspel van K+Dame tegen K+Paard. Misschien bestaat die ook niet, want het is te gemakkelijk voor de Dame partij. Ik ben ook geen computer . Ik heb wel zo ongeveer 75 jaar schaakervaring: dan weet je natuurlijk wel, dat je met Koning en Dame de tegenpartij naar de zijlijn moet dwingen en dat je wel moet oppassen, dat het paard geen “familieschaakje” geeft. Dus de Paardpartij heeft toch enige verdedigingsmogelijkheid.(mits paard en Koning bij elkaar blijven) en je moet dus toch wel uitkijken. Ik vind het niet voor de hand te liggen, dat je dan met minder dan ’n minuut rustig gaat nadenken over de perfecte zet, want je wint toch wel. Dat ik sneller had kunnen winnen…daar twijfel ik niet aan.
Ik voel me ’n beetje ongemakkelijk, als heel die “blindenkwestie”aan mijn partij wordt opgehangen. Mijn zetten en zelfs mijn gevoelens worden misschien terecht door sommigen helemaal uitgemeten. en bekritiseerd, maar of je daarmee het belang van blinden en/of hun tegenstanders ’n dienst doet, daar heb ik twijfels over.. Misschien is het beter om het probleem te bekijken los van mijn partij en ligt de oplossing bij de Bond of beter de internationale Bond. Je hoeft natuurlijk niet bezig te zijn met de vraag””Wat is er fout gegaan in de partij van Klaus”, maar het lijkt me meer ’n andere vraag , namelijk “hoe organiseer je een wedstrijd tussen ’n blinde en ’n niet blinde , waarbij de tegenstanders op gelijkwaardige wijze behandeld worden? Bij dit alles zou het heel wat helpen, als het probleem echt onderkend wordt en het standpunt wordt verlaten , dat het belang van de blinde voorop staat, omdat hij zo zielig is. In de sport is het altijd zo, dat tegenstanders in ’n gelijkwaardige positie geplaatst worden.