Degradatiekandidaat UVS 2 SOS verrast toch nog tegen kampioen Elster Toren
Vooraf dit: Om aan degradatie te ontkomen, moesten we minstens met 8-0 winnen tegen de kampioen! Leek onmogelijk, maar UVS had wel het voordeel, dat Elster Toren door het aantal matchpunten al vóór de laatste ronde kampioen was geworden. Elster Toren had dus geen overwinning meer nodig! Ook kon UVS 2 gemakkelijk onderschat worden. Als de 8-0 overigens niet zou lukken, zou een gelijkspel of winst van bijvoorbeeld 4½-3½ tegen de kampioen een eervol afscheid uit deze klasse kunnen betekenen. De wedstrijd werd gespeeld op zaterdag 22 april tijdens de gemeenschappelijke eindronde te Ede.
Het spelverloop: Het bleek al snel, dat 8-0 niet haalbaar was, maar winst zat er wel in: ikzelf won relatief snel (1 punt ); invaller Robbie (met ‘n tegenstander van 1921 ratingpunten!) kreeg via pionwinst een machtig centrum en moest wel winnen (2 p.) ; Marcel en Jan-Hendrik gingen zo goed, dat ik winst durfde te voorspellen d.w.z. gelijkspel voor UVS (4 p.) ; het winnende halfje (4½ p.) zou van Furkan kunnen komen of van Simon, die later (loperpaar tegen 1 toren) nog minstens remise leek te kunnen scoren. Frans (van den Hooven) en Frans (Nijenhuis) hadden het niet gemakkelijk. Vele toeschouwers zagen in het laatste uur, hoe Jan-Hendrik in tijdnood genoegen moest nemen met remise, terwijl hij op winst koerste. De prestatie van de 2 invallers was opmerkelijk: Robbie won en Marcel speelde remise. Hoewel het voor de hand lag, dat UVS zou verliezen, was achteraf verlies met 5-3 (slechts één bordpunt verschil!) toch wel teleurstellend, omdat een overwinning mogelijk leek. Jan Hendrik en Marcel bijvoorbeeld: beiden remise, terwijl winst bijna zeker leek. En verlies van Dengiz en Simon: daar zat toch wel meer in? Afijn, hoe het een en ander kon gebeuren zullen de meeste spelers zelf uitleggen in hun commentaar op de eigen partij.
Bord 1 Sjoerd van Roosmalen (Zwart) – Furkan Dengiz (Wit)
Toen ik (Klaus) in de loop van de avond ’n keer de stelling van Furkan zag, was het op zijn bord een pittige gelijkopgaande strijd tegen een zeer sterke ( de sterkste) speler van Elster toren (2083 rating , zien we nu). Het was een hele prestatie, dat Furkan de strijd ongeveer in evenwicht hield. Ik schatte het eindresultaat toen in als remise. Ik had telefonisch van Furkan begrepen dat het een redelijk theoretische opening van het Siciliaans was. Toen de theorie werd verlaten, werd het ’n enorm gevecht. Het zou misschien remise geworden zijn, als hij zich later niet had vergist in een kwal-offer (toren ruilen tegen paard of loper) Dat kwal-offer leverde ongelukkigerwijze niet het resultaat op dat hij gehoopt had, waardoor hij verloor.
Bord 2 John Remmerts (Wit) – Frans van den Hooven (Zwart)
Bord 3: John van Ginkel ( Zwart) – Robby Manders (Wit)
Bord 4 Wiely Martens (Wit) – Simon van Dijk (Zwart)
“Wanneer je je favoriete opening op het bord krijgt en je tegenstander niet voor de scherpste variant kiest, ben je als zwartspeler snel tevreden. Misschien was ik iets té tevreden over mijn stelling, want ik besloot dat ik me wel een dubbelpion kon veroorloven, die ik op een later moment als breekijzer in zou kunnen zetten tegen het witte centrum.
Dit was totaal onnodig, want ik had ook mijn pionstructuur intact kunnen houden en verder kunnen schuiven in een 0.0-positie. Bovendien bleek niet veel later deze beslissing zelfs een strategische fout, want wit had nu aanknopingspunten om op te gaan drukken.
Wit koos vervolgens voor een geforceerde afruilvariant, waarbij hij twee stukken gaf voor een toren en twee pionnen. Dit was volgens de computer echter goed voor mij, mits ik mijn tweede toren op het bord hield. Dit deed ik om de een of andere reden niet, en vervolgens stonden mijn lopers nutteloos toe te kijken hoe de hyperactieve witte toren mijn versnipperde pionnen opsnoepte. Een verborgen trucje om de toren te vangen zag ik niet en uiteindelijk gaf de witte pionnenmeerderheid de doorslag: 1-0.
Ik had de hele partij het gevoel dat ik minder stond, maar dat was niet zo totdat ik de torens ruilde. Ik moet dus beter mijn stellingen op waarde leren schatten. Verder moet ik ingrijpende positionele beslissingen, zoals het vrijwillig nemen van een dubbelpion, dieper doorrekenen. Ik heb dus wel de partij verloren, maar het was gelukkig een leerzame nederlaag. Dat is tenminste iets.”
Bord 5 Martijn Vlootman (Zwart)- Klaus Wüstefeld (Wit)
Mijn tegenstander speelde naar mijn gevoel de opening heel sterk. Daarom was ik achteraf verrast, dat hij ruim 300 minder rating had. Na de opening liet Martijn echter toe, dat twee stukken van hem (‘n Paard en ’n Loper) totaal verlamd niet meer konden meespelen. Met’n gewaagd uitziend g4 startte ik mijn Konings-aanval. Bovendien kon ik met behulp van Martijn via de h- lijn met Dame en Toren de aanval kracht bijzetten. Toen ik ook nog met een lastig paard en met pion g5 binnendrong , gaf Martijn, om zich te redden, ook nog stukken weg, maar dat hielp hem niet.
Bord 6 Pieter van der Zwam (Wit) – Jan-Hendrik Donkervoort (Zwart)
In het algemeen verslag zei ik (Klaus) het al, dat de partij van Jan-Hendrik er zo goed uit zag dat ik winst durfde te voorspellen. In feite kon ik via een oppervlakkige waarneming dat niet voorspellen, maar het bleek inderdaad uit te lopen op een winnende stelling. Dat zag ik, toen ik in het laatste uurtje bij zijn bord kwam. Hij was verwikkeld in een eindspel met beide spelers paard en pionnen. Het was van belang om subtiel met het paard te bewegen. Dat deed hij en langzaam kwam de winst dichterbij. Helaas kon hij in tijdnood zijn nauwkeurige spel niet volhouden en liet hij zelfs zijn paard pakken, maar wonder boven wonder stonden toen zijn pionnen nog zo goed, dat ook zonder paard misschien nog winst mogelijk was. Hij verloor nog ’n pion en moest tevreden zijn met remise. Toch nog ’n prestatie, maar teleurstellend, omdat winst er ingezeten had.
Bord 7 Rob Nieuwboer (Zwart) – Marcel Verstappen (Wit)
Bord 8: Niels Schaap (Wit) – Frans Nijenhuis (Zwart)
Als Zwartspeler kreeg ik na 5 zetten een Giuoco Pianissimo variatie., maar na 11 zetten kreeg ik een onbegrijpelijk black out, waardoor ik de tegenstander een gratis gedekte vrijpion op a5 bezorgde, die ondanks langdurig verzet van mij beslissend zou worden. Ik kreeg nog kleine onbenutte tegenkansen , maar moest uiteindelijk toch opgeven.
Tot slot: UVS 2 SOS degradeert: het volgend jaar hopen we uiteraard kampioen te worden. Ik denk, dat ik namens ons team spreek, als we Simon bedanken voor zijn inzet als teamleider.
Recente reacties