UVS 1 nét niet tegen Stukkenjagers 1
Nét niet, dat was wel het thema van deze middag. Hoewel onze tegenstander twee van hun sterkste spelers misten, was bij ons hetzelfde aan de hand en speelden we dus beide met invallers. De score werd geopend door Stukkenjagers op bord vijf. Olav kwam prima uit de opening, maar in het middenspel koos hij niet voor het beste plan, waarna wit met h4 de zwarte koningsstelling onder vuur begon te nemen. Na een tactische schermutseling bleek er voor Olav plotseling niets meer te resten dan de opgave.
Gelukkig was daar onze teamleider Joost om het momentum direct te keren: in een complex middenspel wist hij tegen Henk Jan ‘vader van’ Beukema goed gebruik te maken van wat mindere zetten en binnen no-time de partij naar zijn hand te zetten. Lees hier zijn analyse:
Niet lang daarna mocht Lars een punt noteren, en hoe! Na een kwaliteitsoffer op zet 6(!) stond hij al bijna +3 en hoewel de winstweg lang niet overal makkelijk te vinden was, liet hij zich dit niet meer ontglippen.
Zoals de titel van dit verslag al doet vermoeden, wisten we deze voorsprong nét niet vast te houden. Anton had zijn dag niet helemaal en kwam in een stelling terecht die hem niet lag. We kennen het allemaal wel: zo’n stelling waarin je zelf niet echt een plan kan vinden, terwijl je tegenstander met logische en sterke zetten langzaam maar zeker de druk opvoert, totdat je wel iets moet. En dan gaat het helaas al te vaak mis. Anton filosofeerde er zelf het volgende over:
“Ik werd zaterdag slachtoffer van de idee-fixe waaraan wel meer schakers bij tijd en wijle ten prooi vallen: dat wanneer je je tegenstander op onbekend terrein lokt, je allebei uit de boekjes bent, je het op schaakkracht en pure intelligentie wel zult winnen. Mijn tegenstander was de eerste om die illusie met even fijnzinnig als krachtig spel te doorprikken… Weer een nul dus. Het went al, en tegelijk went het nooit…”
Op bord een mocht Ivar het opnemen tegen oude bekende Herman Grooten. Ondanks dat de heren elkaar vriendschappelijk begroetten, werd er op het bord een harde, positionele strijd gestreden. Ivar aan het woord:
En tja, toen ik. Achteraf ga je van allerlei verklaringen bedenken: ik nam te weinig afstand van de partij en focuste me teveel op één aspect, ik wilde te graag winnen en nam niet de rust waar nodig… Maar uiteindelijk is maar een verklaring passend: mijn tegenstander schaakte beter dan ik. In een mij goed bekende variant van het Engels kwam ik prima uit de opening: klein plusje, geen zwaktes… heerlijk! Maar dan.
Kandidaatzetten voor wit: denkt u maar even na.
Ik wist dat een goed plan in deze stelling het doordrukken van d4 is, maar na de laatste zet van zwart, c5, is dat natuurlijk niet mogelijk. Principieel leek mij dus b4 om meteen de zwarte controle over het centrum te ondermijnen. Dit bleek helaas de eerste stap in de verkeerde richting te zijn. Exf5 en f4 waren beide betere pogingen om iets van de stelling te maken.
Na b4?! cxb4 Dxb4 Pc6 Dc3 Da5 kwam zwart beetje bij beetje los. Na de onvermijdelijke dameruil en f5-f4 van zwart, kwam deze stelling op het bord.
Het witte voordeel is verdwenen en als hij niet uitkijkt, kan hij passief komen te staan doordat zijn loper buitenspel staat. Hier was gxf4 exf4 en dan een voorbereidende zet als Tbc1 aangeraden. Maar ik dacht dat d4 nog steeds goed was in deze stelling en speelde die zet meteen. Na d4? fxg3 hxg3 La6! verloor ik pion c4 zonder compensatie. Mijn tegenstander maakte geen fouten meer en ik wel, zodat ik niet veel later de vlag moest strijken.
Dit was geen fijn verliespunt, want we hadden elk halfje nodig. Onze invallers Dennis en Tsji lieten zich gelukkig heel goed gelden: Dennis pakte overtuigend de winst en Tsji bleef netjes overeind tegen toptalent Tommy ‘zoon van’ Grooten. Tsji’s sfeerimpressie: “‘Hij stelt zich voor als Tommy Grooten. Met twee emmen zei hij. Ik vroeg: “hoe oud ben je?”. Elf zei hij. Hij had wit en dronk warme chocolade melk. Het werd remise. Na de analyse met zijn vader Herman, Zei hij: “het was een leuke partij” en wenste me een fijne dag. Wat een leuke jongen toch!”
Dennis analyseerde zijn overwinning voor ons:
Intussen speelde Jaap op bord 3 een vlijmscherpe pot tegen de sterke Luuk Baselmans. Luuk zette flink wat druk uit de opening, maar Jaap vond een mooie tegenaanval waarna hij iets beter leek te staan. Wit had echter wel twee sterke torens op de 7e rij, waardoor Jaap het zeer nauwkeurig moest spelen. Een dreigend matnetje zorgde ervoor dat Jaap al zijn voordeel in moest leveren en na nog een onnauwkeurige zet kwam hij zelfs verloren te staan. Met een vrijpion extra wist Luuk wel raad en hij schoof de partij vakkundig naar winst.
De match was verloren, maar Jeroen redde nog ons gezicht door zijn pot te winnen. Met zwart kwam hij prettig uit de opening, won een pion, bouwde zijn voordeel zet voor zet verder uit en pakte daarna met een mooie truc een tweede pion. De rest is techniek en dat is aan Jeroen wel besteed.
Daarmee werd het hem voor ons nét niet: eindstand 4,5 – 5,5 in het nadeel van de thuisclub. Hoewel dit een teleurstellend resultaat is, laat het in ieder geval zien dat we weer warmgedraaid zijn zo na de coronapauze. Iedereen weet weer hoe het spelletje werkt en vanaf nu laten we dus ook alleen maar een stijgende lijn zien, toch? Vast en zeker!
[Redactie: Klik hier voor het verslag van De Stukkenjagers.]
Recente reacties