Wat is het Wolgagambiet toch leuk (ook met wit!)

Gisteravond begon goed. Voordat er geschaakt werd waren er vijf man aanwezig. Maarten beweerde een echte Wolga-kenner te zijn. Daarop antwoordden Jan en ik dat ook te zijn, waarna Anton niet kon achterblijven. En Onno deed ook nog een duit in het zakje dat hij de Wolga aardig kende. Ook nog niet aanwezige personen werden genoemd. Henk-Jan? Natuurlijk is hij een kenner. En Pepijn? Ja, Pepijn is een alleskenner.

Dat beloofde dus wat.

Mijn voorbereiding bestond onder andere uit het googelen van Repins schilderij “De Wolgaslepers“. Antons voorbereiding leek onder andere te bestaan uit het googelen van het “Wolgalied“, dat hij vrijgevig met ons deelde. De stemming zat er dus al vroeg in, met onder andere discussies over het aantal octaven dat Ivan Rebroff in zijn bereik had. Ik dacht zeven, maar dat was wat overdreven. Het zijn er viereneenhalf.

De eerste partij mocht ik meteen tegen Anton. Ik had zwart. Nu weet ik dat Anton een systeempje speelt dat erg tricky is. Ik weet (door schade en schande wijs geworden) hoe ik daarop moet reageren, maar voor de gelegenheid had ik iets anders voorbereid. Ik heb een tijd geleden bij Chessable het boek “Chessexplained’s Benko Repertoire: A complete answer to 1.d4” gekocht. En IM Sielecki geeft daar een systeem dat ik nog niet kende. En ik heb toch vijftig eigenhandig gespeelde Wolga-partijen in mijn privé-database staan. Dat systeem wilde ik wel eens uitproberen.

Hatsekidee! Dat was een lekker begin. Op naar de tweede partij. Vanaf hier werd het een thematoernooi “5.b6”.

Deze keer had ik wit. Henk-Jan is altijd een lastige tegenstander, want hij is zeer alert op tactiek in de stelling. Ik besloot wel te slaan op b5, maar niet op a6. Ik schoof mijn pion door naar b6, wat aan Henk-Jan de opmerking ontlokte: “b6 is toch geen wolga, je moet hem accepteren”. Dat kan wel zo zijn, maar dit systeem (vaak door Shirov toegepast) is venijnig. Ik had hier tot voor deze partij 16 partijen mee gespeeld. Vaak krijg je met wit een fijne positionele stelling waarbij zwart niet zoveel kan. In het boek “Squeezing the Gambits” van Georgiev legt hij haarfijn uit hoe je dit met wit aanpakt, met allerlei nuances in zetvolgordes. Een aanrader, als je met wit een goed systeem tegen de Wolga wil (ook al is het een gedateerd boek).

De derde partij was tegen Maarten. Weer wit. Dus weer b6. Maarten besloot een normale Wolga-opstelling in te nemen. Daar krijg ik dan meestal wel lekker spel tegen. Zo ook nu.

Partij vier had ik gelukkig zwart. Want een Wolgagambiet-thematoernooi speel je omdat je het gambiet wil spelen. Onno speelde … 5.b6. Natuurlijk, wat anders? Omdat ik de normale opstelling in dit systeem altijd lastig vind, doe ik meteen 5..e6. Overigens behandelt Georgiev in zijn boek de volgorde 4.Pf3! (inderdaad, met uitroepteken), om na 4..g6 wel 5.cxb5 a6 6.b6 te spelen. Weer zo’n nuance. Zijn reden? Na 5.b6 “Black can attack the center by 5…e6”. Onno nam op e6, wat zwarts taak aanzienlijk vergemakkelijkt. Het was nog wel even schrikken toen Onno op zet 22 lang rokeerde. Daar had ik geen rekening meer mee gehouden. Gelukkig kwam alles nog op zijn pootjes terecht.

Ik had van tevoren gepland om maar vier potjes te spelen. Alleen stond ik nu met vier uit vier fier bovenaan. Dus dan kan je niet stoppen. Maar ik merkte ook dat ik steeds zenuwachtiger werd. Om een of andere reden heb ik tijdens online schaken veel meer last van adrenaline dan “over the board”. Zijn er meer mensen die dit hebben?

Ik besloot een laatste potje te spelen. Pepijn was nog tegen Anton bezig, en wanneer die partij klaar was dan was mijn verwachting dat ik tegen Pepijn moest. En daar had ik nog niet tegen gespeeld. En hij stond tweede, dus dat zou een leuk duel worden. Nadat hun partij was afgelopen moest ik een tijdje wachten op de indeling. Maar daar kwam hij dan. En ik mocht tegen … Anton?? Hoe werkt dit indelingssysteem?

Voor Anton was het een leerzame avond, en hij had nu ook door dat 5.b6 de beste bestrijdingswijze is ;). Na zijn vroege Ld2 schrok ik wel even. Ergens in de jaren 90 heeft een hele artikelenserie in “Die Schachwoche” gestaan. Daarin bespreekt Dreev uitvoerig het 5.b6-systeem. En hij bepleitte daarin een snel Ld2-c3, waarna zwart het heel lastig had. Ik heb nog ergens kopietjes liggen van die serie, want er stond ook veel uitleg bij waarom bepaalde volgordes etc., maar ik kan die kopietjes helaas niet meer vinden. Heeft iemand toevallig nog oude Schachwoches liggen?

Mijn gesprekje met Anton verliep aldus:

Dennis: Ld2, ken je het?
Anton: ooit gespeeld vroeger tegen van Heeswijk
Anton: maar finesses weet ik niet meer

Pfoeh, gelukkig. Ik speelde het niet nauwkeurig in de opening en Anton kreeg een stelling zoals ik die ook graag krijgt tegen 5.b6 e6. Gelukkig blunderde Anton een kwal, dat maakte het een stuk gemakkelijker. Let ook even op de zwarte torenmanoeuvre. Die deed me denken aan de Drimer-rook Ta8-a6-h6 in het Boedapester Gambiet.

Vijf uit vijf!!! Waarvan twee punten tegen Anton. Maar het was goed zo. Op je hoogtepunt moet je stoppen. Ik tril nog na…

Ik moet zeggen, ik had een tijd geleden besloten om geen Wolgagambiet meer te spelen en volwassen te worden door bijvoorbeeld Nimzo-Indisch op te pakken. Maar na deze avond twijfel ik weer hevig. Misschien toch maar gewoon kind blijven?

Share

3 reacties

  1. Maarten van Rooij schreef:

    Find the child in you! In onze partij speelde ik 12…Tb4. Natuurlijk om de kwal te offeren op c4. En na Pe5 te slaan op a5. Ik snap eigenlijk niet waarom ik dat niet deed. Betere kansen dan in de partij.

  2. Pepijn van Erp schreef:

    Tegen mij speeld Onno ook b6, maar net daarvoor had ik jullie onderlinge partij deels kunnen bekijken, dus toen begreep ik dat e6 wel een goed plan was. ;-)
    Geen idee of b6 het beste systeem is voor wit, ik had zelf ’s middags alleen een paar potjes bekeken met een systeem wat jaren terug wel redelijk veel gespeeld werd: 1.d4 Pf5 2.c4 c5 3.d5 b5 4.cxb5 a6 5.e3 Is vast ook niet heel bijzonder, maar ik kreeg er telkens wel goed speelbare stellingen uit.

    Van die indeling van Lichess begrijp ik ook weinig

  3. Dennis Breuker schreef:

    @Maarten: inderdaad geeft Txc4 praktische kansen.

    @Pepijn: 5.b6 zal niet het beste zijn, hoor. 5.e3 is inderdaad ook een nare variant.
    Eigenlijk denk ik dat twee keer slaan het beste is, maar zwart krijgt altijd spel. Laatste stand van zaken die ik weet was dat 12.a4 extreem goed scoorde voor wit. Zwart reageerde hierop met de Perunovic-variant. Zie https://www.reddit.com/r/chess/comments/7vhh4l/question_on_the_current_theoretical_state_of/ voor meer info. Het Chessable repertoire van Chessexplained geeft ook de Perunovic-volgorde.

Geef een reactie