UVS 1 wint op z’n janboerenfluitjes

Of ik wilde invallen in het eerste. Natuurlijk, altijd een eer! O ja, het is trouwens wel in Spijkenisse. Hmm, dat ligt toch in Zuidwest-Zuid-Holland? Dat betekende dus gezellig een tijdje in de auto met Anton, Guido en ’s lands beste chauffeur Jaap, die liet zien dat je best een potje van Giri kan volgen terwijl je autorijdt… Verder vergastte Frits Spits ons op het Groot Dictee der Nederlandse Taal, wat me weer melancholisch terug deed denken aan 2005.

De drie auto’s kwamen ruim op tijd aan op de plek van bestemming. We bleken nota bene in een bibliotheek te schaken. Dat had ik nooit eerder gezien, maar het is natuurlijk wel een logische plek. Waar is het heden ten dage stiller dan in een bibliotheek?

Ik was als invaller op bord 9 gezet, en ik had in de voorbereiding gezien dat Spijkenisse twee dreumesen had op de lage borden. Dus ik vreesde een jeugdtalent als tegenstander. Tsji was te elfder ure als invaller opgetrommeld toen bleek dat Hamoen (Hamoun?) ziek was. Omdat Tsji graag met wit speelt en er voor mij weinig te voorbereiden viel stelde teamleider Joost voor dat we Tsji op 9 zouden zetten, en mij op 10. Ik vond het prima. Die kleuren boeien mij nooit zo. De leeftijd van mijn tegenstanders des te meer.

Er deed maar 1 jeugdspeler mee. Mijn teamgenoten wezen me er fijntjes op dat deze op bord 10 zat. In het gebouw hing een krantenknipsel, waarin kond werd gedaan van het feit dat deze Ansh Jakhari onlangs Nederlands Kampioen tot en met 10 jaar was geworden. Daarenboven had hij daar gewonnen van Tommy Grooten (de zoon van). Dus ik was gewaarschuwd en telde voor twee!

Omdat ik toen nog niet wist dat ik na afloop in de pizzeria verplicht werd het verslag te schrijven heb ik niet bijgehouden in welke volgorde de partijen eindigden. Dus duid het me niet euvel dat ik ervoor kies om het in volgorde van bord 1 t/m 10 te beschrijven. Niet iedereen heeft tijd gehad om een partij of fragment in te sturen, maar allen hebben wel iets te melden.

Lukas is de laatste tijd zeer op dreef. Dat liet hij ook weer duidelijk zien in zijn partij. Zoals hij zelf in de mail zei: “Ja opmerkelijk hoe makkelijk dit ging. Ik heb geen variant hoeven te berekenen, alleen maar maximale activiteit nastreven.” Was schaken maar echt zo simpel… (hoewel?)

Joost had zich opgeofferd op bord 2. Zijn hoofd stond meer naar andere zaken (Dennis), zoals wellicht bij meer UVS’ers het geval was. Desalniettemin speelde hij een zeer interessante partij. Let vooral op de loper die een beetje huilt en daarna weer een beetje lacht.

Jan laat ik zelf even aan het woord. “In de opening verraste mijn tegenstander mij met een originele pionzet die het mij moeilijk maakte om mijn plan uit te voeren. Ik stond dus al gauw voor een lastige keuze hoe daarmee te dealen en ondanks lang nagedacht te hebben, vond ik de juiste voortzetting niet. Met mijn centrale plan verijdeld en verder geen goede alternatieven ter beschikking, restte mij niet veel meer dan gezond verder te ontwikkelen, wat het zwart ook niet moeilijk maakte. Nadat ik eindelijk mijn plan door kon zetten, stond zwart er zo goed klaar voor, dat hij na een grootscheepse afruil zelfs beter stond in het eindspel. Hij bood echter remise aan, wat ik gezien de stelling op het bord en mijn halfuur minder op de klok graag aannam.” Hierbij wil ik nog toevoegen dat op dit heel vroeg in de wedstrijd was, en er nog niets viel te zeggen over de andere borden.

Olav had een lekker rechttoe-rechtaan potje. Hij zegt hier zelf over: “Nadat mijn tegenstander zich teveel pionzetten op de damevleugel permitteerde, kon ik vanuit de opening de breekzet e5 spelen waardoor ik meteen voordeel kreeg. Het won twee gezonde pionnen die ik tot in het eindspel behield, en uiteindelijk de partij won.”

Bij Jasper zag ik een soort Maroczy. Ziet er altijd fijn uit voor wit, maar het is best lastig om het ruimtevoordeel nauwkeurig uit te buiten (althans, dat vind ik altijd). En Jasper ook, zo lijkt het: “Het was een slordige opening waarna mijn tegenstander het initiatief had en ik in het midden- en eindspel goed moest spelen om de stelling bij elkaar te houden. Dat lukte en dus remise.”

Jaap speelde weer op z’n Jaaps een complexe partij met veel tactische mogelijkheden. Ik zag het na de opening somber voor hem in, totdat hij ineens 16..Pxe5! speelde.

Guido had na een zet of vijftien een geweldige stelling: alles was ontwikkeld, terwijl de tegenstander daar nog lang niet mee klaar was. Guido dacht vervolgens 40 minuten na over een stukoffer dat gewoon goed móést zijn, maar waar de varianten heel diep gingen. Hij vond geen winst, maar ook geen verlies. Dus uiteindelijk speelde hij deze zet, en reageerde de tegenstander heel snel door het niet aan te nemen. Vervolgens kwam Guido beter en beter te staan en won vrij eenvoudig. Of, zoals Guido zelf zei: “Mijn tegenstander haalde twee varianten door elkaar in de opening waardoor ik al gauw beter stond. Op een gegeven moment won ik een kwaliteit, wat genoeg was om te simplificeren en het eindspel te winnen.”

Anton meldt het volgende: “Ik had een taaie tegenstander, die nergens een echte fout maakte, maar wel wat onnauwkeurigheden beging. Het hellend vlak waarop hij zich begaf, helde als gevolg daarvan steeds meer, waardoor uiteindelijk nog maar een klein zetje ;-) volstond.”

Bij Kin Sun (¿que?) was het mooi om te zien hoe snel een gewonnen stelling van de tegenstander teloor gaat.

En dan tot slot mijn partij. Jeugdspelers zijn vaak tactisch heel sterk, dus mijn boerenverstand vertelde me om het positioneel te houden. Dat lukte prima. Maar het gekke is dat hij juist in de tactiek faalde.

Na afloop gingen we nog even lekker naar de pizzeria (nadat we eerst bij een aantal restaurants waren geweigerd), om vervolgens huiswaarts te keren.

Zoals aan deze uitslag is te zien vielen op de lage borden de punten als rijpe perziken.

Het verslag van Spijkenisse staat inmiddels ook online.

Share

2 reacties

  1. Simon van Dijk schreef:

    Mooi verslag, Dennis, en nog gefeliciteerd met je superprestatie in 2005. Maar de frase ‘nadat we eerst bij een aantal restaurants waren geweigerd’ roept bij mij de vraag op ‘waarom dan?’. Was de Spijkenissense horeca dan zo kapot van het verlies van het vlaggenschip van hun alom geliefde schaakvereniging dat ze de overwinnaars uit rancune niet wilden bedienen?

  2. Dennis Breuker schreef:

    Nee, dat kwam steeds doordat Anton als eerste naar binnen liep. Op het moment dat Tsji als eerste ging kwam het goed. Of zou het eraan hebben gelegen dat de eerste paar restaurants vol waren?

Geef een antwoord