Wim Heuvelmans neemt afscheid
Beste schaakvrienden,
Het zal jullie niet ontgaan zijn, dat ik me de laatste tijd niet meer op de clubavonden heb vertoond. Ik heb mijn lidmaatschap opgezegd. Uit gezondheidsoverwegingen zeg ik er direct bij. Met mijn hartkwalen was het niet goed te doen meer om naast de huishoudelijke taken en het vrijwilligerswerk in de Stevenskerk ’s avonds nog eens een uur of vier te gaan schaken.
Ik heb ruim de tijd genomen om tot dit besluit te komen en het gaat me nog steeds aan het hart. Maar het is nu zo ver. Ik wil iedereen bedanken voor de vele genoeglijke uren en spannende momenten die ik in, voor en bij UVS mocht meemaken.
Als herinnering wil ik jullie twee spannende (vind ik tenminste) partijen laten zien. De eerste is die van april 2013. UVS 5 stond in groep D3 van de OSBO tijdens de laatste gezamenlijke competitiewedstrijd één punt achter op Doetinchem 2, de concurrent waartegen wij het moesten opnemen. Om kampioen te worden moest er dus gewonnen worden. Op het eerste bord stelde de tegenpartij altijd een speler op die wat betreft rating ver boven alle medespelers verheven was. Daarom werd door onze teamcaptain besloten tot een tactische opstelling waarin Heuvelmans op bord 1 als kop van jut mocht proberen een halfje te scoren. Heuvelmans had er immers al vaker blijk van gegeven om op onverwachte momenten tot grote prestaties te kunnen komen.
Het ging tegen Bert Lenderink (wit) als volgt. Deze behandelde de Cambridge Springs-achtige opening niet helemaal goed en zwart verkreeg een iets betere stand. Vervolgens wist zwart niet goed wat te doen en lummelde rond zet 11 wat met zijn loper op en neer. Wit probeerde ervan te profiteren door een centrumactie. Dat was dan voor zwart weer het sein om via afruil mogelijke problemen voor te zijn en tevens om ruimte te winnen. Daarbij moest hij dan wel voortdurend rekening houden met een relatief zwakke pion op de b-lijn. Het is mooi om te zien hoe de zwarte stukken deze pion beurtelings dekken.
Zwart slaagde in zijn opzet. Er volgde een korte fase met zetherhalingen om tijd te winnen. Beide spelers waren intussen in een ferme tijdnood geraakt. Op een gegeven moment had wit kennelijk het sein gekregen dat gelet op de stand op de overige borden remise niet meer genoeg zou zijn en onttrok hij zich aan zetherhaling. En toen trok zwart de Rubicon over en ging voor de winst.
Overigens won UVS 6 de wedstrijd en werd kampioen.
Bij mijn besluit om het actieve schaken op te geven hoorde ook het besluit om een groot deel van mijn schaakboeken weg te geven. Het doet me genoegen dat de hele lading onder de UVS-leden verdeeld is geraakt. Zo doe je nog eens iets aan het verhogen van het spelniveau!
Enfin, bij het opruimen trof ik ook weer de oude notatieboekjes van heel vroeger. Bij toeval viel mijn oog op een partij tegen Ada van der Giesen (Overschie 1) die toentertijd bij de nationale dameskampioenschappen steevast bij de eerste drie eindigde, vaak in gezelschap van de dames Heemskerk en Vreeken. Ik heb het nu over 1977. Ik speelde toen regelmatig als invaller in SMB 3 (in de toenmalige overgangsklasse).
Ik werd op het eerste bord gezet, als kop van jut dus. Het was voor ons een uitwedstrijd. De partij zou hier niet staan als hij niet erg spannend was en beide spelers niet in tijdnood raakten. Met name besteedden de spelers tussen zet 10 en 20 veel tijd aan het middenspel. Als je de partij naspeelt zul je je afvragen waarom wit niet op een gegeven moment f4 speelt. Dat had gemoeten, maar zwart antwoordt dan ergens met Ph5. Wit blijft dan beter staan (dachten we toen vermoedelijk allebei) maar het zou wel eens heel lang kunnen gaan duren voordat je het voordeel zou kunnen concretiseren. En in die barre tijden werd er na 40 zetten afgebroken, een zet onder couvert afgegeven en kon je de volgende week terugkomen voor het vervolg van de partij.
Verder valt in het potje op dat vrijwel alle stukken op de koningsvleugel staan, maar wel zo ongeveer op de onderste rij. Vermakelijk zijn de manoeuvres van de witte paarden. Het einde komt zeer plotseling. Niet dat het allemaal geholpen heeft. SMB verloor met 6-4.
Hier komt hij: A. van der Giesen – W. Heuvelmans 5 februari 1977.
Wim, zo vaak heb je niet een artikel geschreven, maar wat een leuk, boeiend en interessant artikel heb je geschreven. Naast het schaaktalent heb je blijkbaar ook een schrijftalent. Helaas gaat jouw stukje over je afscheid. Ik heb volgens mij niet zo vaak tegen je gespeeld en ook niet vaak met je gesproken, maar ik vond je wel altijd een gezellig clublid. Je hebt je vertrek goed overdacht: het zal dus verstandig zijn, maar ik vind het wel jammer. Schaken kun je wel….dat is ook wel te zien in de twee schaakpartijen. Tja….je had vooral talent als kop van Jut. Was jij nou die “Jut” of waren je tegenstanders de “Jut”? In ieder geval ’n leuke manier waarop je in beide partijen kon winnen. Naast het schaken had je nog veel te doen, maar wat kun je nog allemaal gezien je hartkwaal: is de druk van 4 uur geconcentreerd zijn te veel? Je kent de volksdansgroep, die op dinsdagochtend ruim een uur danst, mensen van ( pak weg) 55tot 75 jaar , je weet wel welke club ik bedoel. Leuke groep, niet perfectionistisch, gewoon leuk bewegen. Iets voor jou ? Of moet je ook rustig aan doen met bewegen? Trouwens, misschien zijn er in onze club van voornamelijk mannen meer, die dat wel zien zitten !? De dansgroep ( leeftijd ongeveer 55+) heeft een hopeloos tekort aan mannen. Maar hoe dan ook, ik hoop, dat het je goed gaat. Klaus