PION 2 – UVS 3
Deze wedstrijd was van cruciaal belang; winst zou betekenen dat we (waarschijnlijk) in de pool blijven, verlies zou bijna automatisch resulteren in degradatie. Op papier zijn beide teams ongeveer even sterk, in totaal is het team van De Pion 231 ratingpunten sterker dan UVS 3 (gemiddeld 28,9 punten per bord). Zodoende dat iedereen, na de peptalk, gespannen was.
Nu zijn er teamleiders die de andere partijen in de gaten houden en die je na afloop kunnen vertellen of de uitslag al dan niet terecht was. Ik, echter, zit meestal met een (zuur) gezicht achter mijn eigen bord en denk pas als ik een remiseaanbod krijg na over de stand op de andere borden. Toen mijn eigen partij was afgelopen (met een nederlaag) werd het bijna meteen duidelijk dat we hadden gewonnen met 5-3! Uiteraard werd dat gevierd met een drankje!
Bord 1 Mathijs Broeren (1751) – Arno Arents (1856)
Bord 2 Michel Auwens (1878) – Michiel de Kruyf (1837)
Bord 3 Erik van Oosterhout (1741) – John Molenaar (1839)
Bord 4 Jack Janssen (1776) – Ismail Jamshedy (1680)
![]() |
![]() |
Bord 5 Lambert Hofman (1818) – Alexander Bouwman (1744)
Mijn partij aan bord 5 tegen Alexander Bouwman begon erg rustig en we gaven elkaar de gelegenheid om een stevige basis aan te leggen. Met een paar ferme zetten doken dame, paard en loper de zwarte verdedigingslinie in en konden spoedig ieder verzet uitschakelen.
De stelling na de laatste zet van zwart 31 … Pg5. Na 32 f6! gaf zwart op.
Bord 7 Klaus Wüstefeld (1793) – Jo de Valk (1704)
Als jongetje van 9 jaar kreeg ik van de clubvoorzitter van de schaakvereniging Baarn en mijn vader (zij verdeelden de kosten) de complete serie van openingen van Euwe. Het was een miskoop, ik keek er niet in. Ook later (zo’n 6 jaar later) koos ik voor de opperste logica: namelijk zo weinig mogelijk bestuderen met het meeste succesvolle resultaat, d.w.z. bij voorkeur openingen en varianten die als “gewaagd” of “minder goed” te boek stonden. Dat is minder werk en bovendien zijn tegenstanders daar minder op voorbereid, worden verrast en besteden er tijdens de partij te veel tijd aan! In de wedstrijd tegen de Pion (met tegenstander Jo de Valk) kreeg ik een koekje van eigen deeg. Jo vertelde mij na de partij dat mijn favoriete opening al levenslang zijn lievelingsopening was en dat hij zich er via 6 of 7 boeken in verdiept had, nog sterker: hij had precies die variant die we speelden die middag nog als voorbereiding thuis op het bord gehad en dat terwijl ik mij die variant slechts oppervlakkig kon herinneren. Niet hij werd verrast, maar ik, omdat hij kwam met heel degelijke zetten. Toch zei hij dat ik de opening goed speelde en het was ook nog eens een boeiende partij. Het duurde echter te lang voor mij. Wij beginnen de analyse vanaf 25…De5.
![]() |
![]() |
Recente reacties