Verzwakt UVS wint toch makkelijk van Brunssum

Borden twee, drie en vier

Onze tegenstander in de 7e ronde van KNSB-competitie was Brunssum. Nu is Brunssum een van de zwakkere ploegen in onze poule en vorig seizoen hadden we ook makkelijk gewonnen met 5½-2½ dus dat wordt een eitje, zou je denken. Helaas hadden we nogal wat invallers nodig vanwege het ontbreken van Pim Haselager, Erik van Heeswijk en Dennis Arts.
Om het tweede niet te verzwakken nu ze nog tegen degradatie knokken, moest ik dus wat lager op onze ranglijst omkijken naar invallers. Die vond ik in de personen van Elwin Berlijn, Mathijs Broeren en Klaus Wüstefeld.

Met zoveel veel invallers was het nadenken over een tactische opstelling ook niet echt zinvol. De vijf basisspelers van UVS1 moesten gewoon maar voor de winst zorgen, wat op papier ook goed mogelijk was.
Onze tegenstanders hadden zich echter wel tactisch opgesteld: Joost Retera kwam na een zet of 6 naar me toe met de vraag of ik wist wat de rating van zijn tegenstander was, want hij speelde net een wel erg zwakke zet. Inderdaad twee zetten later stond Joost al een toren voor. Zijn tegenstander had dan ook maar een rating van 1481 en was opgeofferd op bord één. Joost was ook als eerste klaar.

Door de tactische opstelling van onze tegenstanders hadden Klaus op bord 8 en Elwin op bord 6 relatief zware tegenstanders en dat was wel af te zien aan de partijen. Klaus (bord 8) maakte een fout in de opening, moest al snel een pion inleveren door een dubbele aanval en kwam er niet meer aan te pas. Elwin (bord 6) speelde tegen de ervaren Ger Schaffhausen en kwam al niet helemaal lekker uit de opening. De speler voor Brunssum zette een sterke koningsaanval op en won zonder dat Elwin er eigenlijk aan te pas kwam.

De volgende uitslag viel op bord vier, waar Luuk het weer tegen Paul Stuemer mocht opnemen. Ook die vorige wedstrijd zat de hoogst gerate Brunssumse speler niet op het topbord. Het werd nu remise. Ik kreeg niet heel veel van de partij mee, maar dacht dat Luuk een wat slechter eindspel inging. Blijkbaar was het allemaal wat ingewikkelder dan ik kon inschatten en was de remise niet heel raar als uitslag.

Mathijs Broeren viel goed in en scoorde een vol punt op bord 7

Mathijs Broeren was onze derde invaller en hij speelde een goede partij volgens mij. Op bord 7 kreeg hij een vrij scherpe Weense partij voorgeschoteld. De witte dreigingen wist hij vrij goed te parereren zonder de eigen stelling met zwaktes op te zadelen. Daarna was de zwarte aanval tegen de lange rokadestelling van wit net wat eerder en kon Mathijs een belangrijk punt bijschrijven voor UVS.
Belangrijk, want ik had net enorm zitten prutsen en moest er eigenlijk van uitgaan dat ik ging verliezen. Uiteindelijk had ik het geluk weer aan mijn zijde en won alsnog. De analyse van die partij staat onderaan dit bericht.

Alleen Anton van Rijn en Arie van den Hurk moest nog even doorspelen na de tijdcontrole (mijn tegenstander gaf op zet 41 op). Bij Anton was er wel enige sprake van tijdnood, maar met een paar rake klappen werd de 40e zet gehaald met een half minuutje over op de klok en een stelling die Anton’s tegenstander wel meteen kon opgeven.

Arie was nog even na de tijdcontrole bezig, maar won wel.

Bij Arie op bord 3 dacht ik in het begin dat het niet helemaal soepel liep. Even later had Arie echter een pion gewonnen en kon hij afwikkelen naar een eindspel. Ook hier was er wel sprake van een hoop zetjes in weinig tijd, maar Arie wist uiteindelijk wel een gewonnen toreneinspel over te houden. Niet heel geweldig gespeeld volgens Arie, maar het resultaat telt toch maar mooi.

De uitslag werd dus 5½-2½ en dan nu nog de analyse van mijn partij. Ik was lekker bezig mijn tegenstander weg te spelen in een draakje totdat ik op zet 29 onaangenaam verrast werd. Gelukkig liep het goed af.

Share

Geef een reactie