UVS1 wint van Geleen

Geleen was er veel aan gelegen om van ons te winnen. Ze stonden (en staan) immers onderaan in de poule en enige kans op het vermijden van degradatie was twee keer winnen. Helaas voor Geleen, bleek UVS1 iets te sterk (of gelukkig, het is maar hoe je dat ziet. Voor het eerst speelden we geloof ik in de normale opstelling, zonder invallers. En het werd snel erg spannend op de borden!

Luuk (bord 3 met zwart) kreeg weer eens de kans om een draak te spelen. Zijn tegenstander ging erg voortvarend aan de slag en volgde een variant, die de laatste tijd ook op grootmeesterniveau in zwang is. Luuk speelde de theoretisch aangewezen verdediging, die zwart voorlopig wel voldoende kansen lijkt te bieden om de stelling te houden. Op een kritisch moment besloot zijn tegenstander er wat stukken tegenaan te gooien, waar die dat beter met omdraaiing van de zetten had kunnen doen. Nu kon Luuk net op tijd een paard teruggeven en de aanval stoppen. Wat overbleef, stemde de witspeler vermoedelijk niet zo vrolijk, niet veel later gaf hij op.

Ikzelf speelde op het laatste bord en kreeg ook een modern theoretisch variantje voorgeschoteld door mijn jeugdige tegenstander. Ik zag niet zoveel kansen in de voor de hand liggende afwikkelingen en besloot een pion te offeren voor mooi spel (dacht ik). Een paar zetten later kwam ik erachter dat een gepland stukoffer niet klopte, ai! Dat werd dus zoeken naar de noodrem. Gelukkig was de stelling nog erg onoverzichtelijk en ik kon mijn tegenstander even later schrik aanjagen met een ander stukoffer (dat hij wijselijk niet aannam). Tijd om remise aan te bieden, dacht ik en gelukkig nam mijn tegenstander dat aanbod na ampel beraad aan. Ik bleek bij analyse gewoon verloren te staan (hoewel niet helemaal zonder kansen).

Bij de voorbereiding op onze tegenstanders was ik bij Antons tegenstander in de database tegengekomen dat hij (met zwart) de variant 1.d4 g6 2.c4 Lg7 3.Pc3 d6 4.e4 f5!? speelde. Deze variant kwam nu ook op het bord (2) en Anton was er dus wel enigszins op voorbereid. Er ontstond een erg scherpe stelling, waarvan ik het idee had dat Anton wel goed stond. Waar het misging weet ik niet en Anton ook niet direct. In ieder geval leed Anton een van zijn zeldzame nederlagen.

Maarten stond na een zet of 17 strategisch compleet verloren in mijn ogen. Slechte loper tegen goed paard, u kent dat intussen wel uit de stellingen van Maarten. En hij beklaagde zich ook nog eens dat hij niet eens de kans kreeg om te Topalov-en! Tijd voor een tactisch remise-aanbod!
Zijn tegenstander verzonk in diep gepeins en besloot (natuurlijk terecht) door te spelen, alleen had hem dat wel erg veel tijd gekost en raakte vervolgens in tijdnood.
Met nog maar anderhave minuut op de klok had hij zich toegewerkt naar nevenstaande stelling, waarin Maarten doodleuk mat gaf na 34…Tdf2+ 35.Ke1 Txa2 36.Kf1 Kh2 en hier gaf zijn tegenstander nog net op voor zijn vlag viel. Hoe kwam die koning van Maarten nu in vredesnaam op h3? Niet te volgen, die Maarten.

Maar Maarten kan het beter zelf uitleggen.

Op bord 1 speelde Pim weer. Uit een 1.f4 opening was uiteindelijk een soort gesloten Siciliaans ontstaan en Pim had het betere van het spel. Bij de afwikkeling naar het eindspel ging het opeens mis. Twee niet zo doordachte zetten achterelkaar en Pim kreeg het “opeens heel koud op zijn hoofd”. De overblijvende stelling was plotseling verloren. Gelukkig verklungelde Pims tegenstander het tricky eindspel:

[include file=/wordpress/wp-content/2009/04/mf-ph18042009.htm iframe=true width=100% height=540]

Ruud speelde denk ik een puike partij. Ik zag het pas op het moment dat er een erg gunstig eindspel was ontstaan. Even later kon Ruud afwikkelen naar een toreneindspel met 5 tegen 3 pionnen. Altijd weer een zenuwachtig gedoe bij Ruud, die toreneindspelen, maar ditmaal had ie zelf ook wel door dat het kat in het bakkie was: “eindelijk een toreneindspel dat zelfs ík kan winnen!” fluisterde hij ons toe. Niet veel later sneuvelde nog een pion en nog één. Een beetje vreemd dat zijn tegenstander zo lang doorspeelde, maar misschien was hij op de hoogte van Ruuds toreneindspelfobie.

Bij Arie op bord 6 was het weer een drama op het einde. Na een middenspel dat ik niet echt heb meegekregen was na de tijdscontrole de volgende stelling overgebleven.

[include file=/wordpress/wp-content/2009/04/avdh-bn18042009.htm iframe=true width=100% height=550]

De laatste die bezig was, was, zoals wel vaker, Thomas. Die had een pionnetje weten te winnen en ging er eens goed voor zitten om heel langzaam dat voordeeltje te verzilveren in een eindspel met alleen lichte stukken en een boel pionnen. In de tijdnood van de uitvluggerfase was er nog wat gedoe met een promotie, waarbij de pion bleef staan op het promotieveld en pas in de volgende zet vervangen werd door dame, die maar meteen op het veld werd gezet waarheen ze zou gaan. Het leek dus even of er zomaar van buiten het bord een dame op d7 werd geplant. Thomas zijn tegenstander protesteerde daar een beetje tegen, maar claimde ook niet correct. En darbij stond ie totaal verloren. Het protest kwam mijns inziens meer voort uit de frustratie van het heel de middag langzaam weggeschoven worden dan echte verontwaardiging over wat Thomas deed.

Anyway, de einduitslag werd dus 5½-2½ in ons voordeel. Daarmee gaan we in de middenmoot eindigen ergens tussen plaats 4 en 7, denk ik. De kampioen is nog niet bekend: Veenendaal moet in de laatste ronde tegen directe concurent D4, maar heeft wel aan 3½ bordpunt genoeg.

Share

Geef een reactie