UVS 4 – Millingen 3½-2½

Donderdagavond 16 april toog het vierde naar Millingen voor de gezamenlijke slotronde in klasse 3G. Rob Schoppema ging mee voor de mentale ondersteuning. Bij winst op Millingen en verlies van koploper Koningswaal tegen Pion 4 zou het kampioenschap namelijk een feit zijn. Maar vooral dat laatste leek erg onwaarschijnlijk.
Toen iedereen achter de borden zat, bleek de crisis ook in Millingen keihard te hebben toegeslagen. Een gratis eerste kopje koffie zat er niet in. Wel was er voor iedereen een plak cake (dat dan weer wel).

Maar mag ik nu even uw aandacht voor iets geheel anders, anders wordt het wel een heel saai verhaal.
De Franse dandy Félix Féneon (1861-1944) had in 1906 gedurende een half jaar een rubriek in de Parijse krant Le Matin waarin hij het nieuws in drie regels bracht. Berichten over moorden, ongelukken, stakingen, aanslagen en folklore in 25 woorden (126 aanslagen). Een paar voorbeelden:

‘De bliksem heeft in Chavannes de kerkklokken gesmolten en een biddende vrouw verlamd. Maar het was de windhoos die het dorp van de kaart veegde.’

‘Een fruitkweekster uit Issy, Léontine Brachot, wier put de vijftien meter haalt, is erin gesprongen. Men was er vroeg bij, zodat zij op het droge kon sterven.’

Geïnspireerd door deze Twitteraar avant la lettre loop ik de borden af.

1. De kiem van Wims nederlaag lag in de zet f7-f6. Na een middenspel met een kwaliteit minder, maar zekere compensatie, verzeilde hij in een tijdnoodduel. Het verlies van zijn loper beliste de partij abrupt.

2. Rolf had na de opening alles wat hij zich wensen kon, behalve de bijbehorende positieve monologue intérieur. Zijn tegenstander speelde actief tegen en uiteindelijk was er de remise. Rob vroeg zich later nog wel af waarom Rolfs tegenstander al zijn vrijpionnen had weggegeven.

3. Ruud liep in de opening met zwart op een Lxf7-wending. Schoppema verklaarde later dat hij niet met droge ogen naar de stelling kon kijken. Na enkele uren won ook Ruuds walging het van zijn vechtlust.

4. Aan Bert-Jan drong zich na 12 zetten een loperoffer op h7 op. Na ruim 40 minuten rekenen, vooruit-, voel-, en wensdenken (in omgekeerde volgorde), besloot hij het erop te wagen. Het dodelijk mengsel van angst en ontzag bij de tegenstander deed de rest.

5. Harry’s partij zat vol dreigingen en penningen, bijvoorbeeld op h6 (een zwart veld). Zoals gewoonlijk waren de dreigingen sterker dan de uitvoering, hoewel het uiteindelijk wel degelijk de uitvoering van een dreiging was die Harry een dame tegen een toren opleverde.

6.Thei had de stelling na 8 zetten eerder die dag al op het bord gehad. Niet in zijn voorbereiding, maar tijdens een potje bij het OBG. Hij deed er zijn voordeel mee, hoewel later bleek dat ook de medewerking van zijn tegenstander erg belangrijk was geweest.
Commentaar van Thei: “Ik dacht dat zwart nu niet mocht rokeren, Wit kan dan, zoals ik het zag, hooguit in ruil voor een kleine verzwakking van de witte koningsstelling, de pion op d6 winnen. Maar de zwarte rokade blijkt nog volgens het boekje te zijn ook. Er volgde: 8… 0-0 9.Lxf6 Lxf6 10.Pxc6 bxc6 11.Dxd6 Ik had mijn pion te pakken, maar als zwart nu Db6 gespeeld zou hebben wordt de b-lijn een prachtige aanvalslijn voor zwart. Tevens staat mijn pion op f2 in. In plaats daarvan hielp m’n tegenstander een handje en ruilde de dames. Zo haalde hij z’n eigen angel uit het spel en ik kon de partij gemakkelijk uittikken.”

Aldus wonnen wij met 3½-2½. Koningswaal verpletterde echter Pion4 met 5-1,
zodat wij als tweede eindigden in de poule. Volgens mij als beste nummer
twee van de klasse, maar dat weet ik niet zeker. Mochten we onverhoopt promoveren
dan kunnen we wellicht toch weer doen waar het Vierde ooit voor is opgericht:
het neutraliseren van de degradatie van het Derde.

Share

Geef een reactie