Pim offert zich er door heen!
In de auto, bestuurd door Pepijn, onze geweldige voorsprong-door-informatie-teamleider, luisterde ik samen met Thomas naar Maarten die herhaalde dat we vaker moesten offeren. Mijn voorstel van een pion was niet genoeg voor hem, maar in zijn uitleg van wat een dameoffer tegen toren en loper dan precies meer inhield dan een pionoffer raakte hij zo verwikkeld in zijn geheel eigen stijl van berekeningen van 2.75 pionnen voor een paard tegen 4.93 voor een toren etc., dat hij daardoor de routebeschrijving uit het oog verloor, zodat we 6 rotondes te ver reden die daarna weer allemaal terug gedraaid moesten worden. We kwamen zo duizelig aan dat de we de sporthal gewoon voorbij liepen. Gelukkig riep Anton ons.
Mijn tegenstander oogde jong, mager en slim. Ik zag op een prikbord dat hij een snelschaaktoernooi gewonnen had dat een paar jaar eerder twee keer door Ali Bitalzadeh gewonnen was. Kon dus geen zwak toernooitje zijn. Ik moest het duidelijk niet op een tijdnoodfase laten aankomen.
[include file=/wordpress/wp-content/2009/03/ph-tk28032009.htm iframe=true width=100% height=1925]
“en b) de witte diagonaal moet verzwakken waardoor die blinde kip op b7 weer wat toekomstperspectief krijgt.”
haha :)
mooi middenspel, zover ik het begrijp.
Mooie partij Pim, ik zie dat vroege b6 wel eens vaker met snelschaken op internet. Dan denk ik ook “hoi e4 en winnen maar” :D
Toch grappig dat al die d4-spelers blij zijn als een kind als ze de kans krijgen e4 te spelen. Doe dat dan meteen op de eerste zet! ;-)
Over b6 gesproken: op Internet heb ik al een hoop partijtjes gewonnen in deze variant:
1.e4 b6 2.d4 Lb7 3.Ld3 f5?! 4.exf5 Lxg2 (daar doen ze het vaak voor) 5.Dh5+ g6 6.fxg6 Lg7 7.gxh7+ Kf8 en dan moet je alleen even 8.Pf3! weten en de stukken kunnen al weer bijna in de doos.