KNSB

Hoofdstuk I – Doel en Toepassing

Artikel 1

Dit reglement geldt voor de ingevolge het Huishoudelijk Reglement van de Koninklijke
Nederlandse Schaakbond (hierna te noemen KNSB) in elk seizoen, lopend van
september tot en met juni daaropvolgend, tussen tientallen en tussen achttallen
(hierna te noemen teams) van verenigingen te organiseren competitiewedstrijden.

Artikel 2

2.1. De algemene leiding van de in artikel 1 bedoelde wedstrijden berust bij de
competitieleider van de KNSB. Hij is belast met de uitvoering en handhaving van
dit reglement en het beslissen in alle geschillen en onvoorziene gevallen, welke
zich ter zake mochten voordoen.

2.2. Bij ontstentenis van de competitieleider wordt zijn functie waargenomen door
een door het bestuur van de KNSB aan te wijzen plaatsvervanger.

Artikel 3

3.1. De verenigingen wier teams deelnemen aan een wedstrijd waarop een beslissing
van de competitieleider als bedoeld in artikel 2, lid 1, betrekking heeft, kunnen
tegen die beslissing beroep instellen bij de Commissie van Beroep van de KNSB.

3.2. Een beroep als bedoeld in lid 1 wordt schriftelijk ingesteld binnen 14 dagen
nadat de competitieleider zijn beslissing aan de desbetreffende vereniging heeft
meegedeeld, door toezending van het beroepsschrift per aangetekend schrijven
of per e-mail waarvan de ontvangst is bevestigd aan het bestuur van de KNSB.
zHet beroepsschrift dient vergezeld te gaan van een bedrag waarvan de hoogte
door de Algemene Vergadering van de KNSB wordt vastgesteld. Dit bedrag
wordt terugbetaald indien het beroep gegrond wordt verklaard. Indien het
beroep niet gegrond wordt verklaard, beslist de Commissie van Beroep of het
bedrag, of een deel daarvan, wordt terugbetaald; bij afwijzing van het beroep
zal altijd een minimum van 50% van het vastgestelde bedrag wegens
administratiekosten niet terugbetaald worden. Afschriften van het beroepsschrift
dienen gelijktijdig te worden gezonden aan de competitieleider van de KNSB en
aan de betrokken vereniging(en). Het bestuur van de KNSB stelt het
beroepsschrift zo spoedig mogelijk in handen van de Commissie van Beroep.

3.3. Indien een beslissing van de competitieleider invloed heeft op latere ronden van
de competitie, dan wordt een beroep tegen deze beslissing niet-ontvankelijk
verklaard, indien dit beroep later dan twee competitieronden na deze beslissing
is ingediend.

3.4. De beslissingen van de Commissie van Beroep zijn bindend. Tegen de
beslissingen van deze commissie staat geen verder beroep open.

Hoofdstuk II – Competitiewedstrijden

Artikel 4

4.1 De wedstrijden in de KNSB-competitie worden gespeeld op door het KNSB-
bestuur ten minste een half jaar tevoren aan te wijzen zaterdagen vanaf 15
september tot en met 1 juni daaropvolgend. De tijd tussen twee ronden is
tenminste 20 dagen. Twee keer per seizoen mag de tijd tussen twee ronden
beperkt worden tot tenminste 13 dagen, dit mag echter niet twee keer achter
elkaar. Op zaterdagen voorafgaand aan een algemeen erkende feestdag wordt
niet gespeeld. Verder wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met vakanties.

Een eventuele gezamenlijke laatste ronde kan worden geprogrammeerd op een
zondag (maar niet op een algemeen erkende feestdag).

4.2 a In de vierde klasse en hoger worden 9 ronden gespeeld op 9 verschillende
zaterdagen.

b In de vijfde klasse en lager worden 7 ronden gespeeld gelijk met de 2e t/m
de 8e ronde van de hogere klassen.

Artikel 5

Tot het deelnemen aan de competitiewedstrijden worden alle teams die het
voorgaande seizoen voor in Nederland gevestigde verenigingen uitkwamen,
toegelaten. Verder worden uit vrije inschrijving achttallen van in Nederland
gevestigde verenigingen toegelaten in (naar keuze) vijfde klasse en lager. Indien in
de vijfde klasse geen plaats is om een nieuw team in te delen, wordt dit team
toegevoegd aan de zesde klasse.

Artikel 6

6.1. Een meesterklassegroep en twee 1e klassegroepen (A en B) worden ingedeeld
in drie groepen van tien tientallen. Vier 2e klassegroepen (A,B,C en D) en acht
3e klassegroepen (A, B, C, D, E, F, G en H) worden ingedeeld in groepen van
tien achttallen. Ook de 4e klassegroepen worden gevuld met tien achttallen. De
overige klassegroepen bestaan, zo mogelijk, uit acht achttallen.

6.2. De meesterklassegroep wordt geacht sterker te zijn dan de 1e klassegroepen;
de 1e klassegroepen worden geacht sterker te zijn dan de 2e klassegroepen; de
2e klassegroepen worden geacht sterker te zijn dan de 3e klassegroepen. En zo
verder tot de laagste klassegroepen. Er wordt gestreefd de parallelgroepen van
gelijke sterkte te laten zijn.

6.3. De verdeling der teams over de parallelgroepen wordt vastgesteld door het
bestuur van de KNSB Hierbij wordt gestreefd naar een regionale indeling,
gepaard met een zoveel mogelijk evenredige verdeling der krachten.

6.4. Als een team zich terugtrekt, maakt het bestuur van de KNSB zo mogelijk een
nieuwe competitie indeling, waarbij open gevallen plaatsen ook in lagere klassen
worden opgevuld.

a. Deze opvulling geschiedt door het beste niet gepromoveerde team te laten
promoveren. Welk team het beste niet gepromoveerde team is en welk
team het hoogste resultaat heeft behaald, wordt bepaald door het aantal
matchpunten gedeeld door het aantal gespeelde wedstrijden. Als dit gelijk
is, beslist het aantal bordpunten gedeeld door het aantal gespeelde
wedstrijden. Als dit ook gelijk is, beslist het aantal bordpunten gedeeld door
het aantal gespeelde wedstrijden met weglaten van het laatste bord van
elke wedstrijd. Als ook dat gelijk is, met weglaten van het één na laatste
bord van elke wedstrijd; en zo verder. Als ook dit geen beslissing brengt,
wordt geloot.

b. Opvulling in de vijfde klasse en lager geschiedt zo mogelijk op basis van de
criteria beschreven in lid a., maar als een regionale oplossing beter geschikt
is, mag van deze procedure afgeweken worden.

Artikel 7

7.1. In alle groepen wordt een halve competitie gespeeld.

7.2. Als kampioen van een groep wordt aangewezen het team, dat het grootste
aantal matchpunten heeft behaald.

NB: artikel 7.3 wordt tijdelijk uitgeschakeld vanwege een besluit van de bondsraad
van 11 december 2021, voor de promotie en degradatie regeling zie
https://schaakbond.nl/promotie-en-degradatieregeling/

7.3. Vervallen.

7.4. De volgorde aan het einde van de competitiewedstrijden wordt bepaald door het
aantal matchpunten. Als dit gelijk is, beslist het aantal bordpunten.

7.5. Als aan het einde van de competitie twee of meer teams in een groep hetzelfde
aantal matchpunten en hetzelfde aantal bordpunten hebben behaald, wordt hun
volgorde bepaald door het aantal matchpunten uit de onderlinge wedstrijd(-en)
en als dat ook gelijk is, het aantal bordpunten uit de onderlinge wedstrijden. Als
het aantal bordpunten in de onderlinge wedstrijden gelijk is, beslist het aantal
bordpunten in de onderlinge wedstrijden met weglaten van het laatste bord. Als
dit ook gelijk is, met weglaten van het een na laatste bord; en zo verder. Als dit
geen beslissing brengt, wordt geloot.

Artikel 8

De KNSB zal de resultaten van alle gespeelde partijen doorsturen naar de FIDE voor
ratingverwerking.

Voor de verwerking van de resultaten wordt gekozen voor de ratings die geldig zijn
ten tijde van de partij. Ook voor mogelijke normen wordt gekozen voor de ratings die
geldig zijn ten tijde van de partij.

Artikel 9

Aan de kampioenen van alle groepen worden schaakklokken met inscriptie uitgereikt.

Artikel 10

10.1. De kampioen van de Meesterklasse krijgt de titel Clubkampioen van Nederland
….’ (onder toevoeging van het betrokken competitieseizoen).

10.2. De kampioenen van de 1e klassegroepen en lager promoveren naar de hogere
klasse van de competitie van het daaropvolgende seizoen.

10.3. Degradatie vindt steeds automatisch plaats.

10.4. Indien een klasse meer degradanten heeft dan kampioenen uit de eronder
gelegen klasse, dan worden de lege plekken opgevuld met extra
promotieplaatsen uit de eronder gelegen klasse. De volgorde aan het einde van
de competitiewedstrijden wordt bepaald door de criteria genoemd in artikel 7.
Indien het aantal wedstrijden ongelijk is dan worden de scores in verhouding
vergeleken.

Artikel 11

11.1. a. Een vereniging, waarvan 1 of meer teams op grond van de resultaten in het
vorige competitieseizoen recht heeft of recht hebben op deelneming aan de
vierde klasse of hoger, wordt geacht deel te nemen, tenzij zij voor 1 juni
aan de competitieleider heeft bericht van dit recht geen gebruik te maken.
Indien een vereniging een team terugtrekt op of na 1 juni voorafgaand aan
het competitieseizoen, is zij een door de competitieleider opgelegde boete
verschuldigd, waarvan het maximum door de Algemene Vergadering van de
KNSB wordt ingesteld. Bij terugtrekking voor 15 augustus is het maximum
van de boete € 250,-. Bij terugtrekking op of na 15 augustus is het
maximum van de boete € 475,-.

b. Een vereniging, waarvan 1 of meer teams op grond van de resultaten in het
vorige competitieseizoen recht heeft of recht hebben op deelneming aan de
vijfde klasse of lager, wordt geacht deel te nemen, tenzij zij voor 1
augustus aan de competitieleider heeft bericht van dit recht geen gebruik te
maken. Indien een vereniging een team terugtrekt op of na 1 augustus
voorafgaand aan het competitieseizoen, is zij een door de competitieleider
opgelegde boete verschuldigd, waarvan het maximum door de Algemene
Vergadering van de KNSB wordt ingesteld. Bij terugtrekking voor 15
september is het maximum van de boete € 100,-. Bij terugtrekking op of na
15 september is het maximum van de boete € 200,-.

11.2. a.1 De verenigingen met teams uitkomend in de vierde klasse en hoger zijn
verplicht voor 15 augustus alle voor de competitie noodzakelijke gegevens
betreffende hun vereniging aan het bondsbureau te verstrekken. De
opstellingen der teams dienen uiterlijk 1 week voor de speeldatum van de
eerste ronde aan het Bondsbureau te worden verstrekt.

a.2 De verenigingen met teams uitkomend in de vijfde klasse en lager zijn
verplicht voor 15 september alle voor de competitie noodzakelijke gegevens
betreffende hun vereniging aan het bondsbureau te verstrekken. De
opstellingen der teams dienen uiterlijk 1 week voor de speeldatum van de
eerste ronde aan het Bondsbureau te worden verstrekt.

b. Spelers die voor de competitie voor een bepaald team zijn opgegeven,
dienen voor dat team of een hoger team in deze competitie minimaal twee
maal te spelen.

c. Van alle spelers die voor een bepaald team zijn opgegeven dient de speler
met de hoogste rating minimaal twee maal voor dat team te spelen.

Overtreding van de artikelen b en c wordt door de competitieleider bestraft met
het in mindering brengen van maximaal twee matchpunten per speler en een
door de Algemene Vergadering vast te stellen boete. De ingediende opstelling
mag voor aanvang van de eerste ronde gewijzigd worden. Na aanvang van de
eerste ronde mogen maximaal twee spelers vervangen worden door spelers, die
niet of in een lager team waren opgesteld. Deze vervanging dient te geschieden
voor de derde ronde.

11.3. Niet nakoming van de verplichtingen van lid 2 wordt bestraft met een boete
waarvan de hoogte door de Algemene Vergadering van de KNSB wordt
vastgesteld, onverminderd het alsnog nakomen van de verplichting.

Hoofdstuk III – Algemene Bepalingen

A. De opstelling van spelers

Artikel 12

12.1. In een team mag, behoudens na te noemen uitzonderingen, uitkomen ieder lid,
dat op de wedstrijddatum veertien dagen lid is van de betrokken vereniging en
als zodanig is ingeschreven in de centrale ledenadministratie OLA. De beperking
van veertien dagen geldt niet voor de eerste ronde.

12.2. Een lid dat in het lopende competitieseizoen voor een team in een
competitiewedstrijd, bedoeld in dit reglement heeft gespeeld, mag behoudens
vooraf gegeven dispensatie van het bestuur van de KNSB niet uitkomen in enig
team van een andere vereniging.

12.3. Een lid, dat ingevolge artikel 11, lid 2, van dit reglement is opgegeven voor enig
team, mag in hetzelfde competitieseizoen niet uitkomen voor een lager team
van dezelfde vereniging.

12.4. Een lid, dat als invaller meer dan driemaal in een hoger team heeft gespeeld,
mag in het lopende competitieseizoen niet meer uitkomen voor een lager team
van dezelfde vereniging.

12.5. Een lid dat in een bepaalde ronde speelt voor een team van een vereniging mag
niet in een ander team van die vereniging een wedstrijd spelen in diezelfde
ronde. Een dergelijk verbod geldt niet voor een wedstrijd die door de KNSB is
vastgesteld meer dan 2 kalenderdagen na de datum waarop de ronde volgens
artikel 4 is vastgesteld.

12.6. Een lid dat in een op een bepaalde datum vastgestelde wedstrijd speelt, mag
niet in een ander team in een wedstrijd spelen die op dezelfde datum is
vastgesteld.

12.7. In een ronde van de competitie of in een beslissingswedstrijd mogen per team
niet meer dan twee leden uitkomen, die niet hun woonplaats in Nederland
hebben en niet de nationaliteit van een van de lidstaten van de Europese Unie
hebben en niet 5 jaar achtereen in de KNSB-competitie zijn uitgekomen.

Artikel 13

13.1. In het geval dat een vereniging met meer dan 1 team deelneemt aan de
competitie moet het eerste team sterker zijn dan het tweede, het tweede
sterker dan het derde, etc. De sterkte wordt gebaseerd op de nationale
ratingcijfers.

13.2. Een lid, dat niet ingevolge artikel 11, lid 2, van dit reglement voor enig team is
opgegeven, behoort niet als invaller te fungeren in een lager team dan dat,
waartoe het redelijkerwijze moet worden gerekend, indien het wel zou zijn
opgegeven. Om te bepalen tot welk team een lid redelijkerwijze moet worden
gerekend indien het zou zijn opgegeven, is niet alleen de KNSB-rating en als hij
geen KNSB-rating heeft, de FIDE-rating (aan het begin van het seizoen) van de
speler van belang, maar kunnen ook andere factoren een rol spelen. Als een
vereniging een beroep wil doen op dergelijke andere factoren, dan dienen
voordat de betreffende wedstrijd wordt gespeeld de aangevoerde
omstandigheden door de competitieleider te zijn gehonoreerd. Invallen is
toegestaan wanneer de KNSB-rating en als hij geen KNSB-rating heeft, de FIDE-
rating (aan het begin van het seizoen) van de invallende speler niet hoger is dan
40 + de rating van de hoogste ratinghouder van het team waarin wordt
ingevallen of niet hoger is dan de rating van de laagste ratinghouder van het
eerstvolgende hogere team van dezelfde vereniging (in de opstelling volgens
artikel 11.2).

Artikel 14

Bij overtreding van de bepalingen van artikel 12 en 13 lid 2 verklaart de
competitieleider de partij steeds verloren voor de speler, die ten onrechte aan de
wedstrijd heeft deelgenomen.

B. Plaats en dag der wedstrijden

Artikel 15

De competitieleider stelt het rooster der te spelen wedstrijden vast. Hij zorgt voor een
zo billijk mogelijke afwisseling van uit- en thuiswedstrijden, waarbij ook met de door
de teams af te leggen afstanden rekening wordt gehouden.

Artikel 16

16.1. Het bestuur van de KNSB kan voor 1 of meer klassen geheel of gedeeltelijk een
gezamenlijke laatste ronde organiseren.

16.2. De betrokken teams zijn in zo’n geval verplicht op de door het bestuur aan te
wijzen plaats te spelen.

16.3. Lid 2 geldt niet indien minimaal zes teams in een klassegroep, anders dan de
Meesterklasse, voorafgaand aan de competitie te kennen hebben gegeven tegen

een gezamenlijke laatste ronde te zijn. Dan wordt de laatste ronde niet
gezamenlijk gespeeld.

Artikel 17

17.1. Een wedstrijd kan slechts wegens bijzondere, zeer dringende redenen,
uitsluitend ter beoordeling van de competitieleider, op een andere dan de
volgens een der artikelen 4 of 16 vastgestelde datum worden gespeeld.

17.2. Een verzoek tot datumwijziging moet, indien zich naar de mening van de
verzoekende vereniging een reden, als bedoeld in lid 1, voordoet, terstond, doch
niet later dan 3 weken voor de vastgestelde wedstrijddatum, schriftelijk bij de
competitieleider worden ingediend, onder mededeling van het resultaat van het
overleg met de tegenpartij.

17.3. In geval van force majeure ter beoordeling van de competitieleider ten gevolge
waarvan aan het bepaalde van lid 2 niet kan worden voldaan, is de verzoekende
vereniging verplicht terstond telefonisch contact op te nemen met de leider van
het team waartegen moet worden gespeeld en met de competitieleider.

17.4. Indien de competitieleider met het verzoek akkoord gaat, bepaalt hij zo spoedig
mogelijk, na raadpleging van beide partijen, een nieuwe datum en plaats voor
de wedstrijd.

17.5. De wedstrijd volgens lid 4 wordt door de competitieleider, zo mogelijk,
vastgesteld op een der voorafgaande zaterdagen. In uitzonderlijke gevallen,
uitsluitend ter beoordeling van de competitie leider, wordt de wedstrijd
vastgesteld op een latere zaterdag. Slechts indien beide bij een wedstrijd
betrokken verenigingen hiermede akkoord gaan, kan de competitieleider de
wedstrijd op een andere dag dan de zaterdag vaststellen.

Artikel 18

18.1. De plaats waar een wedstrijd wordt gespeeld, is de speelzaal van de vereniging
waarvan het team in de paring in het speelschema als eerste wordt vermeld.

18.2. In onderling overleg kunnen de bij een wedstrijd betrokken verenigingen een
tussen gelegen plaats kiezen.

18.3. In bijzondere omstandigheden, uitsluitend ter beoordeling van de
competitieleider, kan deze voor het spelen van een wedstrijd een andere plaats
aanwijzen dan die waar de thuisclub is gevestigd.

18.4. De kosten van zaalhuur en (eventueel) transport van materiaal komen voor
rekening van de thuisclub.

18.5. De teamleider van de thuisspelende vereniging neemt minstens 1 week voordat
een competitiewedstrijd wordt gespeeld contact op met de teamleider van de
bezoekende vereniging en de aangewezen wedstrijdleider.

18.6 De speelzaal dient voor alle spelers toegankelijk te zijn. Is dit niet het geval dan
dient tijdig in onderling overleg een passende oplossing gevonden te worden.

Artikel 19

19.1. Alle partijen moeten gelijktijdig worden gespeeld.

19.2. Lid 1 geldt niet voor partijen waaromtrent in onderling overleg tot vooruitspelen
wordt besloten, mits vooraf toestemming door de competitieleider is verleend.

19.3. Lid 1 geldt niet voor partijen, waarbij spelers zijn betrokken die door de KNSB
afgevaardigd zijn naar onder auspiciën van de FIDE georganiseerde wedstrijden,
samenvallende met competitiewedstrijden.

19.4. Lid 1 geldt niet voor partijen, waarbij spelers zijn betrokken die deelnemen aan
of betrokken zijn bij de organisatie van door of vanwege de KNSB te houden
persoonlijke kampioenschappen, samenvallende met competitiewedstrijden.

19.5. Voor wedstrijden ingevolge de leden 3 en 4 stelt het bestuur van de KNSB bij
aanvang van het seizoen een vooruitspeeldatum vast. In het geval dat een

wedstrijd ingevolge de leden 3 en 4 verplaatst wordt, dan stelt het bestuur
zonodig een vervangende vooruitspeeldatum vast.

19.6. Indien een speler ook als invaller ingevolge het bepaalde in lid 3 of 4 niet op de
vastgestelde wedstrijddatum kan spelen, dient zijn vereniging hiervan ten
minste 2 weken voor de vooruitspeeldatum genoemd in lid 5, aan de
competitieleider en de tegenpartij kennis te geven. De partij wordt op de
vooruitspeeldatum gespeeld, tenzij in onderling overleg een andere datum
wordt overeengekomen.

19.7. De volgens de leden 2, 3 en 4 afzonderlijk te spelen partijen moeten worden
gespeeld op een aan de oorspronkelijke wedstrijddatum voorafgaande datum.

19.8. Het aantal vooruit te spelen partijen mag nimmer groter zijn dan vier bij een
tiental en drie bij een achttal.

19.9. Het aantal volgens de leden 3 en 4 verplicht vooruit te spelen partijen mag niet
hoger zijn dan twee. Indien een team van een vereniging, bij het samenvallen
van een competitiewedstrijd met de Olympiade, het EK-Landenteams of het WK-
Landenteams, meer dan 2 spelers moet afstaan aan het nationale team, dan
verkrijgt deze vereniging het recht om de wedstrijd in overleg met de
tegenpartij en de competitieleider op een andere datum te spelen.

19.10.Indien aan een vereniging gevraagd wordt een partij conform lid 2, 3, of 4
afzonderlijk te spelen kan zij eisen dat deze partij in haar plaats van vestiging
gespeeld wordt.

19.11 Zo spoedig mogelijk nadat de teams tot overeenstemming zijn gekomen over
de vooruit te spelen partijen op grond van artikel 19.3 of 19.4, maar uiterlijk
drie dagen voor de betreffende partijen, worden de namen van de spelers die
deelnemen aan de partijen bekend gemaakt aan de tegenstander.

C. De wedstrijd

Artikel 20

20.1. Gespeeld wordt volgens de spelregels van de Wereldschaakbond (FIDE) in de
officiële Nederlandse vertaling, uitgegeven door de KNSB, laatste uitgave, voor
zover in dit reglement niet anders is bepaald.

20.2. Elke vereniging is verplicht ervoor te zorgen, dat een exemplaar van het
competitiereglement, alsmede van de spelregels voornoemd, in het speellokaal
aanwezig zijn.

20.3. Als een speler of een teamleider de spelregels van de Wereldschaakbond (FIDE)
of het KNSB-competitiereglement heeft overtreden, is de competitieleider
bevoegd deze persoon voor een bepaalde periode uit te sluiten van
betrokkenheid als speler en/of teamleider bij KNSB-competitiewedstrijden. Deze
periode kan niet langer zijn dan tot het einde van het lopende seizoen
vermeerderd met drie seizoenen. Als een speler of teamleider van een dergelijke
beslissing van de competitieleider in beroep gaat bij de Commissie van Beroep,
is de tenuitvoerlegging van deze sanctie geschorst vanaf het moment van
instellen van beroep tot de uitspraak van de Commissie van Beroep.

20.4. Tijdens de wedstrijd mag in de speelzaal niet worden gerookt.

20.5 Tijdens de wedstrijd is het een speler verboden om een mobiele telefoon of
andere elektronische hulpmiddelen bij zich te dragen. Als geconstateerd wordt
dat een speler zo’n apparaat bij zich draagt, dan verliest die speler de partij.

Spelers, ook die arriveren nadat de wedstrijd is begonnen, moeten hun mobiele
telefoon of andere elektronische communicatiemiddelen direct uitzetten en
wegleggen voordat zij de eerste zet doen.

20.6. 1 Tijdens de wedstrijd is het een speler verboden om een horloge te dragen.

20.6. 2 Indien wordt geconstateerd dat een speler tijdens de partij een horloge
draagt dan bepaalt de arbiter welke sanctie wordt toegepast.

Artikel 21

21.1. De leiding van de wedstrijd berust bij een door de competitieleider aan te wijzen
wedstrijdleider.

21.2 De competitieleider wijst tevens een panel van online wedstrijdleiders aan en
draagt zorg voor een mogelijkheid om contact op te nemen met dit panel.

21.3 Voor zover de competitieleider geen onafhankelijke wedstrijdleider voor een
wedstrijd aanwijst, zorgt de thuisspelende vereniging voor de aanwijzing van
een (assistent) wedstrijdleider.

21.4 Indien de door de thuisvereniging aangewezen persoon een arbiterslicentie van
de FIDE heeft en de scheidsrechter 3 cursus met goed gevolg heeft afgerond, is
de aangewezen persoon de wedstrijdleider.

21.5 Indien de door de thuisvereniging aangewezen persoon géén arbiterslicentie van
de FIDE heeft en evenmin met goed gevolg een scheidsrechter 3 cursus heeft
afgerond, zijn de wedstrijdleiders van het online panel de wedstrijdleiders van
de wedstrijd en is de aangewezen persoon de assistent wedstrijdleider. De
assistent wedstrijdleider verricht alle (formele) taken die dit reglement aan de
functie van wedstrijdleider verbindt. Ingeval van een dispuut, neemt de
assistent wedstrijdleider contact op met de wedstrijdleiders van het online
panel. Een wedstrijdleider van het online panel beslist in het dispuut, en de
assistent wedstrijdleider dient deze beslissing uit te voeren.

21.6 Indien de (assistent) wedstrijdleider tegelijkertijd aan een wedstrijd deelneemt,
dan prevaleren zijn plichten als (assistent) wedstrijdleider boven die als speler.
Uitsluitend, en enkel voor zover noodzakelijk, voor het contact met het online
panel is het de (assistent) wedstrijdleider toegestaan om een mobiele telefoon
of een ander elektronisch hulpmiddel te gebruiken

21.7. Indien een teamleider het met de beslissing van de leider van de wedstrijd niet
eens is, kan hij daartegen bezwaar maken bij de competitieleider, mits dit
bezwaar voor 22:00 uur op de dag van de wedstrijd is gemeld bij de
competitieleider en mits het bezwaar binnen drie werkdagen na de wedstrijd
schriftelijk of per e-mail wordt toegelicht bij de competitieleider. De betreffende
wedstrijdleider dient binnen een week over de genomen beslissing schriftelijk of
per e-mail te rapporteren aan de competitieleider. Desgewenst kan de
teamleider van de tegenpartij ook binnen een week na de wedstrijd schriftelijk
of per e-mail zijn visie op de gebeurtenissen geven.

Artikel 22

22.1. Voor het begin van de wedstrijd overhandigen de teamleiders gelijktijdig de
opstelling van de teams aan de wedstrijdleider in de volgorde, waarin de spelers
aan de borden zullen plaatsnemen.

22.2. De kleurverdeling wordt als volgt vastgesteld: het in de paring in het
speelschema als eerst vermelde team heeft wit aan de even genummerde
borden, het in de paring in het speelschema als laatst genoemde team heeft wit
aan de oneven genummerde borden.

22.3. Bij het afzonderlijk vooruitspelen van partijen wordt vooraf bepaald aan welk(e)
bord(en) vooruit wordt gespeeld.

22.4. Indien een der opgegeven spelers niet verschijnt, is het toegestaan dat een
vervanger wordt ingezet, echter nooit meer dan 1 speler per team.

22.5. Indien het geval van het vorige lid zich voordoet geldt het volgende: De
aanwezig zijnde speler kan, indien hij wit heeft, zijn zet onder couvert afgeven
alvorens de klok van zijn tegenstander in beweging te brengen. Indien zijn
tegenstander later iemand anders blijkt te zijn dan het wedstrijdformulier
aangeeft, dan heeft hij het recht zijn zet terug te nemen en te vervangen door
een andere. Nadat de zwartspeler aan het bord is verschenen, wordt de klok

van wit in beweging gebracht zonder dat zwart een zet heeft uitgevoerd. Nadat
de wit speler meegedeeld heeft of de zet gehandhaafd blijft, of dat hij voor een
nieuwe zet kiest en deze zet is uitgevoerd, wordt de partij voortgezet. Er vindt
geen vergoeding van de reeds verstreken tijd plaats.

Artikel 23

23.1. De speeltijd bedraagt voor elk der spelers 40 zetten in 90 minuten en daarna 30
minuten extra bedenktijd. Bij elke zet vanaf de start krijgt elk der spelers 30
seconden extra bedenktijd.

23.2. Op het in onderling overleg vastgestelde aanvangstijdstip (bij voorkeur 13.00
uur), welk tijdstip niet later dan 14.00 uur mag zijn, moeten de klokken aan alle
borden op gang worden gebracht. Indien de klokken op het aanvangstijdstip
niet beschikbaar zijn, wordt hierdoor verloren gaande tijd bij het feitelijk begin
in mindering gebracht van de speel tijd van de spelers der thuisclub.

23.3. De vaststelling van het aanvangstijdstip dient zodanig te geschieden, dat de
bezoekende vereniging, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel zowel
voor de heen als de terugreis gebruik kan maken van de openbare
vervoermiddelen.

Artikel 24

Aan het team dat in een wedstrijd de meeste bordpunten behaalt, worden 2
matchpunten toegekend; behalen beide teams evenveel bordpunten, dan wordt aan
elk 1 matchpunt toegekend.

Artikel 25

25.1. De leider van het thuisspelende team is verplicht ervoor zorg te dragen dat voor
22.00 uur van de speeldag, de gedetailleerde uitslag van de wedstrijd via de
website van de KNSB of per e-mail wordt doorgegeven.

25.2. In geval van een protest is de wedstrijdleider verplicht ervoor te zorgen dat
uiterlijk 4 dagen na de wedstrijd een door beide teamleiders en de
wedstrijdleider ondertekend, bij de KNSB verkrijgbaar, uitslagformulier met de
gedetailleerde uitslag door de competitieleider of een door hem aan te wijzen
persoon/instantie is ontvangen, ook al zijn niet alle partijen uitgespeeld.

25.3. Het is niet toegestaan op het uitslagformulier een pseudoniem te bezigen.

25.4 In de Meesterklasse is de leider van het thuisspelende team verplicht ervoor
zorg te dragen dat binnen drie werkdagen na de speeldag de complete
partijnotatie van alle gespeelde partijen in PGN formaat per e-mail wordt
doorgegeven aan de KNSB.

Artikel 26

Het niet-nakomen van de verplichtingen, genoemd in artikel 25 wordt gestraft met
een boete waarvan het maximum door de Algemene Vergadering van de KNSB wordt
vastgesteld, onverminderd het alsnog nakomen van de verplichting(en).

Artikel 27

27.1. De verzuimtijd is 60 minuten na het (tenminste 25 uur van te voren)
vastgestelde aanvangstijdstip. Zie verder Artikel 6.7.1. van de FIDE-Regels voor
het Schaakspel.

27.2. Indien een tiental niet met tenminste 6 spelers en een achttal niet met
tenminste 5 spelers 60 minuten na het vastgestelde aanvangstijdstip in het
speellokaal aanwezig is, geldt de wedstrijd als niet gespeeld en bepaalt de
competitieleider een nieuwe datum en plaats voor de wedstrijd.

27.3. Na kennisneming van de omstandigheden welke tot het niet opkomen met
tenminste 6 respectievelijk 5 spelers hebben geleid, bepaalt de competitieleider
de eventuele straf, welke bestaat in het in mindering brengen van 2

matchpunten, dan wel een boete, waarvan het maximum door de Algemene
Vergadering van de KNSB wordt vastgesteld, dan wel een combinatie hiervan.
Tevens kan de competitieleider bepalen dat de vereniging waarvan het team
niet is verschenen, de kosten van de zaalhuur en arbiter van de nader
vastgestelde wedstrijd of een deel daarvan betaalt en/of eventuele reiskosten
van het wel verschenen team, berekend overeenkomstig artikel 33.

27.4. Indien een tiental ook op de nieuwe wedstrijddag niet met ten minste 6 spelers
opkomt en een achttal niet met ten minste 5 spelers, wordt het voor de duur
van de lopende en de volgende competitie van wedstrijden uitgesloten, tenzij
het overmacht kan aantonen, zulks ter beoordeling van de competitieleider.

27.5. In het geval van uitsluiting of terugtrekking van een team, worden de reeds
door dit team gespeelde wedstrijden geannuleerd. In de volgende KNSB-
competitie kan dit team niet uitkomen en daarna kan het slechts inschrijven
voor de vijfde klasse of lager.

D. Het gedrag van wedstrijdleider, teamleider en spelers

Artikel 28

De taak van de wedstrijdleider is omschreven in de “Regels voor het Schaakspel”.

Gedurende de wedstrijd is hij verplicht de werking van de schaakklokken te
controleren, toe te zien op het juiste verloop van de wedstrijd, orde in de speelzaal en
het welzijn van de spelers gedurende het spel te bewaken. Voor aanvang van de
wedstrijd moet de wedstrijdleider de speelzaal, de verlichting, de verwarming, de
ventilatie en andere omstandigheden controleren. De wedstrijdleider beslist of de
speelomstandigheden voldoende zijn. De wedstrijdleider moet ook nagaan of het
noodzakelijke schaakmateriaal aan voorgeschreven of gebruikelijke normen voldoet.

Artikel 29

De wedstrijdleider stelt aan het begin van de wedstrijd vast waar de klokken
geplaatst moeten worden. Hoewel de klok in principe aan de rechterzijde van de
zwartspeler zou moeten staan, moet hij zo worden geplaatst dat hij steeds
gemakkelijk zichtbaar is voor de wedstrijdleider.

De digitale klok dient goedgekeurd te zijn door de wereldschaakbond FIDE.

De wedstrijdleider kondigt het tijdstip aan waarop de wedstrijd begint en noteert dit.

Artikel 30

Bij verschil van mening moet de wedstrijdleider zich elke inspanning getroosten om
de zaak in der minne te schikken. Als dit niet lukt en er geen speciale straffen door de
spelregels of reglementen zijn voorgeschreven heeft de wedstrijdleider de
bevoegdheid straffen op te leggen wegens inbreuk op de regels.

Artikel 31

Een teamleider heeft het recht de spelers van zijn team te adviseren een
remiseaanbod te doen of aan te nemen en ook een partij op te geven. Hij dient zich
tot uitsluitend korte informatie te beperken, alleen op basis van omstandigheden die
betrekking hebben op de wedstrijd. Hij mag een speler adviseren “bied remise aan”,
“neem remise aan”, of “geef de partij op”. Als hem bijv. door een speler wordt
gevraagd of hij remise zal aannemen, moet de teamleider antwoorden met “ja”,
“neen” of de beslissing aan de speler zelf overlaten.

De teamleider dient zich echter te onthouden van elke bemoeienis gedurende het
spel. Hij mag geen speler inlichtingen over de positie op het schaakbord geven.

Ofschoon er in een teamwedstrijd een zekere mate van loyaliteit t.o.v. het team is,
die uitgaat boven de eigen partij, is een schaakpartij in principe een wedstrijd tussen
twee spelers. Om die reden moet een speler de uiteindelijke zeggenschap hebben
over het verloop van zijn eigen partij. Hoewel het advies van de teamleider voor de

speler zwaar dient te wegen is de speler absoluut niet verplicht de raad aan te
nemen. Evenzo kan de teamleider niet namens een speler handelen over de partij
zonder voorkennis en toestemming van deze speler.

Artikel 32

Fotograferen in de speelzaal is toegestaan. De toestemming om dat te doen is
beperkt tot de eerste 10 minuten na het begin van de partijen.

Indien een fotocamera compleet geluidloos is en zonder flits werkt, mag een arbiter
toestemming verlenen dat buiten de eerste 10 minuten gefotografeerd wordt.

Televisiecamera’s worden alleen in de speelzaal toegelaten als deze geluidloos werken
en als deze zo onopvallend mogelijk zijn opgesteld.

E. Reiskosten

Artikel 33

De reiskostenregeling is beëindigd.

Artikel 34

De reiskostenregeling is beëindigd.

Artikel 35

De verenigingen zijn per team een inschrijfgeld verschuldigd, waarvan de hoogte voor
de aanvang van de competitie wordt vastgesteld en die bestaat in 50% van de kosten
van de door de KNSB aangewezen neutrale wedstrijdleiding en in de kosten van het
Bondsbureau die verband houden met de competitie. Indien in de Meesterklasse een
gezamenlijke ronde plaats vindt en aan deze gezamenlijke ronde voor de KNSB
kosten zijn verbonden, worden die omgeslagen over de teams in de Meesterklasse.

F. Boetes

Artikel 36

De boetes die in het kader van dit reglement zijn opgelegd, dienen binnen een maand
betaald te worden. Indien de boete niet op tijd is betaald, dan volgt er een
aanmaning onder gelijktijdige verhoging van de boete met 10 %. Indien binnen een
maand na dagtekening van de aanmaning de boete niet is betaald, dan worden alle
teams van de betrokken vereniging, spelend in de KNSB competitie, voor de duur van
de lopende en de volgende competitie van de wedstrijden uitgesloten.

Hoofdstuk IV Slotbepaling

Artikel 37

Dit reglement vervangt het voorgaande competitiereglement en is met ingang van het
seizoen 2023-2024 van toepassing.

Aldus vastgesteld in de Algemene Vergadering van de KNSB gehouden in Utrecht op 24 juni 2023.

Dit competitiereglement kan alleen gewijzigd worden door de Bondsraad op voorstel van het bestuur of de
Bondsraad zelf.

————————————-
Bijlage

Artikel 3, lid 2 Het bedrag is vastgesteld op € 100,-. Cauties dient men te storten
op ABN-AMRO rekening NL67ABNA0891743537 t.n.v. KNSB,
Haarlem, o.v.v. ‘cautie’.

Artikel 11, lid 3 De boete is vastgesteld op € 15,- per werkdag (voorzover deze
betrekking heeft op lid 2a).

Artikel 11, lid 3 De boete is vastgesteld op € 50,- per ronde (voorzover deze
betrekking heeft op lid 2b) en lid 2c).

Artikel 25, lid 1 Het maximum van de boete is vastgesteld op € 50,-. Bij een
eerste overtreding in een seizoen zal als boete een waarschuwing
gegeven worden.

Artikel 27, lid 3 Het maximum van de boete is vastgesteld op € 250,-.

Artikel 29 Goedgekeurde digitale klokken: DGT 3000, DGT XL, DGT 2010,
Silver Timer, Sistemco, CE Clock, LEAP KK9908 Clock en JS-224A.

Bijlage Competitiereglement vooruitspelen – KNSB uitzendingen

Artikel 1

Deze bijlage is opgesteld ter verduidelijking van artikel 19 van het
Competitiereglement. Specifiek wordt het recht op vooruitspelen benoemd met
betrekking tot artikel 19.3 (spelers die door de KNSB worden afgevaardigd naar onder
auspiciën van de FIDE georganiseerde wedstrijden).

Artikel 2

Jaarlijks worden diverse spelers en begeleiders uitgezonden door de KNSB naar
internationale kampioenschappen. Het recht op vooruitspelen van partijen in de
competitiewedstrijden wordt verleend aan een beperkte groep spelers en begeleiders.
Richtlijnen zijn daarbij dat het gaat om internationale kampioenschappen voor
nationale teams, topschakers of toptalenten waarbij de KNSB (deels) organisatorisch
of financieel is betrokken.

Het gaat daarbij om de volgende uitzendingen:

Evenement Recht op vooruitspelen
Olympiade spelers en begeleiders van Nederlandse teams
WK Landenteams spelers en begeleiders van Nederlandse teams
EK Landenteams spelers en begeleiders van Nederlandse teams
European Club Cup spelers van deelnemende Ned. Verenigingen
WK/World Cup Nederlandse deelnemers
WK Vrouwen/World Cup Nederlandse deelnemers
WK U20 spelers en begeleiders van Nederlandse delegatie
WK U10-U18 spelers en begeleiders van Nederlandse delegatie
EK Individueel Nederlandse spelers met rating van minimaal 2500
EK Individueel Vrouwen Nederlandse spelers met rating van minimaal 2100
EK U8-U18 spelers en begeleiders van Nederlandse delegatie

Artikel 3

Voor incidentele uitzendingen die niet genoemd worden in de lijst in artikel 2 kan het
recht op vooruitspelen aan spelers of begeleiders toch verleend worden door het
KNSB bestuur. Een dergelijk besluit wordt genomen wanneer er met de uitzending
een duidelijk Nederlands belang is gediend in de geest van artikel 2.

Richtlijn mobiele telefoon in de speelzaal:

• Verboden is het dragen van een mobiele telefoon op het lichaam, in een jas of
tas die wordt meegenomen tijdens een wandeling door de speelzaal of bij
bezoek aan het toilet. Een overtreding van deze regel wordt bestraft met het
verlies van de partij.

• Toegestaan is het meenemen van een mobiele telefoon tot in de speelzaal mits
deze wordt uitgeschakeld bij aanvang van de partij. Deze telefoon mag:

– in een tas of jas bewaard worden naast de speeltafel, of hangende op een
stoel.

– afgegeven worden aan een niet-spelende teamleider

– afgegeven worden op een algemene verzamelplaats of kluis voor mobiele
telefoons

– op de speeltafel liggen

• Bestraffen overtreding telefoon of ander elektronische communicatiemiddel in de
speelzaal:

Indien vastgesteld wordt dat een mobiele telefoon niet uitgeschakeld op een
toegestane plek in de speelzaal is, dan wordt de speeltijd van de spelende
eigenaar bij een eerste overtreding gehalveerd met een maximum mindering
van 10 minuten. Bij een tweede overtreding verliest hij de partij en de arbiter
bepaalt het resultaat van de tegenstander.

Richtlijn overmacht

• Een beroep op overmacht kan slechts onder zeer uitzonderlijke omstandigheden
worden gehonoreerd. De bewijslast van de aanwezigheid van de zeer
uitzonderlijke omstandigheden rust op de speler. De speler dient bij een
probleemloze reis 30 minuten voor aanvang aanwezig te zijn. Wie te laat
vertrokken is, kan nooit een beroep op overmacht doen, ongeacht wat voor
tegenslag hij onderweg ondervindt. Van een speler wordt verwacht dat hij
anticipeert op mogelijke problemen. Dit betekent dat de speler tijdig informeert
naar de weersvoorspellingen en naar de meldingen op internet van files en
vertragingen bij het openbaar vervoer. Overmacht is alleen mogelijk indien het
oponthoud binnen de Nederlandse grenzen is opgetreden.

• Indien een speler tijdens zijn reis buiten zijn schuld wordt opgehouden dan kan
een beroep op overmacht alleen gehonoreerd worden indien de speler minstens
30 minuten voor het geplande aanvangstijdstip, al dan niet via de teamleider of
een ander persoon, de wedstrijdleider verwittigt.

• Indien de wedstrijdleider van mening is dat overmacht is aangetoond kan de
wedstrijdleider, afhankelijk van de duur van het verzuim en beschikbaarheid van
de locatie, tijdscompensatie toepassen.

Share