De Dubbel!

BekerOSBOZaterdag 16 mei was het dan zover: de bekerfinale stond op het programma en voor het tweede betekenende dit een kans om een kers op de taart te zetten door naast de kampioensbeker ook de cup te bemachtigen. Dit werd tegelijkertijd gehouden met het weekendtoernooi in Arnhem, georganiseerd door ASV. Even schoot het door me dat we misschien wel niet meer welkom zouden zijn na de 8-0 overwinning die we tegen ASV 4 gescoord hadden, maar niets bleek minder waar: het was een goed opgezette dag met een gezamenlijke lunch en zelfs (quasi) live-borden. Ruim op tijd kwamen we aan in Arnhem en we traden weer aan met de gebruikelijk vier matadoren die de voorrondes gespeeld hadden. Al gauw bekeek Dennis de andere teams en stelde vast dat Doetinchem niet bepaald met hun sterkste viertal opgekomen was. Deze hint werd makkelijk opgepikt en we mochten de eerste ronde tegen Doetinchem aantreden in de halve finales. Daarnaast gold natuurlijk het credo: ‘Don’t change a winning team’ en dus hadden Dennis en Ivar het voorrecht weer met zwart te spelen.

Doetinchem 1 (1803) – UVS 2 (2021)
1. Sander van Vucht (1861) – Roy van den Hatert (2076)
2. Iloy Timmerman (1679) – Dennis Arts (2061)
3. Roel Evertse (1961) – Lars Kurstjens (2066)
4. Niels van der Mark (1710) – Ivar Heine (1881)

1

Als Doetinchem met hun sterkste vier spelers was opgekomen dan was dit een zeer spannende match geweest, maar zoals het ging was er een groot ratingoverwicht voor de goeien. Toch was er in de beginfase nog niet zoveel van te zeggen. Toen uiteindelijk ook nog wat publiek binnen kwam druppelen om ons aan te moedigen, gaf dat de doorslag. Dennis was als eerste klaar en zette ons op voorsprong:

Hierna was ikzelf klaar. Ik dacht al snel na de opening te winnen met een stukoffer. Dit had ook het geval moeten zijn, maar omdat ik het verkeerd uitspeelde werd het toch nog spannend. Daarna was het toch ineens plots afgelopen:

Dit zorgde dus voor een geruststellende 2-0 voorsprong. Gesteund met de wetenschap dat dit varkentje door Lars en Ivar verder wel gewassen gaat worden heb ik daarom bij de analyse van Dennis meegekeken. Een paar minuutjes later kwam ik terug en bleken de resterende partijen klaar te zijn. Ivar vertelt het volgende over de eerste ronde:
Na vorige rondes nog excuses als druk op het werk, lange fietstochten en het spelen met de zwarte stukken aan te hebben kunnen voeren was de ruimte voor excuses ditmaal, GEEN, er moest gepresteerd worden! Dat we op rating favoriet waren en de borden twee (Dennis) en vier (Ivar) 2x zwart zouden loten stond met het karma van Roy voor loten vast. De laatste tijd speel ik met zwart een breed scala aan openingszetten, vandaag besloot ik ’terug te grijpen’ op mijn geliefde jeugdopeningen.

Mijn tegenstander in ronde 1 koos in de Aljechin voor een onbekende, rustige, positionele zijvariant. Na 24 zetten ontstond de volgende stelling:

ivar1Zwart heeft een klein voordeel a.g.v. het loperpaar. Genoeg reden om ondanks het remise aanbod van mijn tegenstander nog even door te gaan. 24… La3 25. Txd8 Txd8 26. Td1! Txd1 (26… Lxc2 geeft het voordeel weg ivm 27. Txd8 Lxd8 28. Pc5 b6 29. Pxa6) 27. Lxd1 Lc6 28. Lf3 f5! (dit leidt tot een stelling die nog prettiger speelbaar wordt voor zwart; de loper is in deze stelling sterker dan het paard.) 29. Pd2 Lxf3 30. Pxf3 Lf6 31. Pd4 Kf7 32. b4? (een positionele verzwakking in moeilijke stelling) 32…e5 33. Pb3 b6 34. c4 Ke6 35. Kf1 f4! (Met deze zet wordt het spel op de koningsvleugel geopend, de zwartveldige loper komt nu volledig in zijn kracht). 36. Ke2 Kf5 37. b5 b5x 38. b5x g3x 39. g3x Kg4 40. Kf2?? (dit is de finale blunder, de enige witte zet is 40. Pd2 Le7 41. Pe4 La3x 42. Kf2 Lc5+ met aanzienlijk voordeel voor zwart). 40…e4! 41. c4 (41. Pd2 Ld4+ 42. Kg2 e3 43. Pf3 e2 en zwart wint) 41… e3+ 42. Ke3x Kg3x, de stelling is uit, pion h4 valt en de zwarte h-pion krijgt de vrije doorloop) 0-1.

3-0 dus en daarmee was de finaleplaats veiliggesteld. Lars was echter al snel na Ivar klaar om de maximale score op het bord te zetten. Van hem heb ik alleen de partij zonder analyse, maar aangezien hij vrij pasgeleden vader is geworden is het hem vergeven. Ik kan me voorstellen dat hij nu een vrij druk schema heeft.

Een ruime overwinning dus en dit was een welkome afwisseling na de benauwde zeges die we geboekt hadden in aanloop naar de halve finale. Ondertussen was de andere finalist ook bekend en we moesten in de finale aantreden tegen Voorst. Maar eerst kregen we allemaal een heerlijke lunch aangeboden om weer op krachten te kunnen komen voor de volgende partij. Ik gebruikte deze tijd dan ook om even ontspannen te eten en was niet zo gefocust. Dit leidde tot enige ergernis bij Elwin die mij wel vijf keer moest aansporen een broodje te pakken (wat hij dan daarna kon opeten) waarna Dennis ingreep en het broodje regelde.
De finale dus tegen Voorst. In de competitie hebben we ook al tegen hun gespeeld en toen enigszins fortuinlijk gewonnen. We zouden weer een flink ratingoverwicht hebben maar het zou zeker niet zo makkelijk gaan als in de vorige ronde. Dit waren de opstellingen:

Voorst (1913) – UVS 2 (2021)
1. Sven Pronk (1928) (z) – Roy van den Hatert (2076)
2. Michiel Jansen (1898) – Dennis Arts (2061)
3. Rudy Bloemhard (1962) – Lars Kurstjens (2066)
4. Marcel Kraaijkamp (1864) – Ivar Heine (1881)

2
Geluk bij een ongeluk deze keer, want tot mijn grote ontsteltennis werd niet ik gevraagd om te loten maar de teamcaptain van Voorst. Pech dus voor mij, maar de mazzel was wel dat de captain zwart koos voor Voorst aan het eerste bord en ik dus alsnog met wit mocht spelen. Dat zijn natuurlijk tradities waarmee je niet mag breken gedurende een toernooi.
Gaandeweg deze wedstrijd werden we gesteund door nog meer supporters die naar Arnhem waren gekomen, waarvoor uiteraard zeer veel dank. In het vorige verslag had ik nog gezegd dat er wel een spandoek gemaakt kon worden. Ik wist natuurlijk ook wel dat dit misschien wat veel gevraagd was, maar toen ik de suggestie van Joost hoorde was duidelijk dat we juist blij moesten zijn dat er geen spandoek was. Mijn suggestie was iets als: ‘Hup, hup, hup, UVS wint de cup!’. Joost maakte een kleine aanpassing: ‘Hup, hup, hup, UVS wordt runner-up!’ De boodschap was duidelijk, geen spandoek dus.
De openingsfase was in deze match absoluut niet voor ons. Dennis deed een ‘Duitslandje’ en stond al gauw een houtje achter. Ikzelf was wat dingetjes in de opening door elkaar aan het halen, maar tot nadeel leidde dit gelukkig niet. Op de staartborden leek er in de opening nog weinig aan de hand. Wederom was Dennis als eerste klaar. Zoals gezegd ging er in de opening iets niet volgens plan maar daarna laat Dennis zien gewoon beter te kunnen schaken. Zijn tegenstander probeert nog een alles-of-niets-aanval op te zetten, maar als hij vervolgens met zijn koning de verkeerde kant op loopt wordt hij zelf meteen mat gezegd.

Een lekker begin dus van deze match en een punt dat we natuurlijk goed konden gebruiken. Ivar stond onder druk in het eindspel waarbij zijn tegenstander twee lopers had tegen loper en paard voor Ivar. De lichte stukken van zwart stonden zo passief opgesteld dat wit grote vorderingen kon maken. Dit zegt Ivar zelf over de partij:

Na een prima ochtend (4-0 winst in de halve finale & een door de OSBO aangeboden voortreffelijke lunch) met positieve mindset op naar de middagpartij. De kleur stond al “vast” (zwart), over de opening was ik nog in dubio… Ik koos uiteindelijk voor de Pirc, een andere geliefde jeugdopening. Deze middag bracht de opening mij niet het gehoopte. Na 35 zetten stond het zo en was ik blij dat de andere borden er goed voor stonden:

ivar236. Lb7 Kf8 37. Lg5? (Joost Retera gaf na de partij aan niet meer in de stelling te geloven voor zwart als wit voortgezet zou hebben met 37. Lc6! Pc6x 38. c6x Ke8 en zwart komt niet in de buurt van de witte pion op c6 en kan zijn pijlen richten op g3-f4-e5. Deze opzet lijkt wit behoorlijke praktische kansen te bieden) 37… Kg7 38. Lc8 f6 39. Le3 Kf7 40. g3 Ke7 41. f4 Pd7? (41.. exf4 42. f4x Pd7 43. h4 Pf8 met gelijke stelling) 42. Kf3 Pf8 43. f5 g5 44. Kg4 Kf7 45. Kh5 Kg7 46. h4 h6 47. g5x hxg5 48. a4 Ph7 49. Ld2 met remiseaanbod. Gezien de positieve ontwikkelingen op de andere borden wist ik niet hoe snel ik dit aan moest nemen: 0,5-0,5. Optisch staat wit in de slotstelling erg goed, een werkelijke doorbraak met bijvoorbeeld een offer lijkt er voor wit na (thuis)analyse niet in te zitten.

Dit was dus een meevaller die we goed konden gebruiken. Nog maar een puntje te gaan voor de cup met twee spelers die nog op 100% stonden. Kon dus vrijwel niet misgaan. Lars had in de competitie nog ongelofelijk gezwijnd tegen Voorst, maar deze keer zag het er wat meer solide uit. Hij weet materiaal te winnen maar zijn koning moet vervolgens nog wel aan de wandel om aan de schaakjesregen te ontsnappen. Hieronder zijn partij zonder commentaar helaas, maar onze topscoorder kunnen we daarvoor wel vergeven.

En hiermee was de beker dus binnen! Er volgden nu geen ruige oerkreten of wilde uitspattingen omdat er nog een partij bezig was die in diepe tijdnood was (en omdat we schakers zijn). Ikzelf mocht aantreden tegen Sven Pronk. Tegen hem had ik in de competitie gespeeld en dat werd een bloedeloze remise. Ik was er daarom wel op gebrand om dit recht te zetten. Gaandeweg de partij merkte hij op dat de andere borden niet goed stonden en daarom ondernam hij een (onverantwoorde) winstpoging. Een rommeltje ontstaat die in tijdnood beslist gaat worden:

Gelijk na de afronding van deze partij werden de prijzen uitgereikt. Wageningen won uiteindelijk de troostfinale waardoor zij derde werden. Vreemd genoeg was onze cup er niet, die moest nog gegraveerd worden. Schijnbaar is dit toch een ander niveautje dan de Champions League, waarbij de beker gewoon direct ter plekke gegraveerd wordt op het moment dat duidelijk is wie gewonnen heeft.
Hiermee is het toernooi dus afgerond waarbij wij het zoet van de overwinning mochten proeven. We hebben alle rondes gewonnen zonder te hoeven snelschaken, maar toch waren ze erg spannend. Dit blijkt ook wel uit het feit dat we drie maal met minimale cijfers gewonnen hadden. Iedereen had daardoor een belangrijke rol in het team en de teamspirit zat er ook goed in. Volgend jaar mag het tweede helaas (of juist gelukkig) niet meer meedoen aan het bekertoernooi, dus dan zal het aan het derde zijn om de titel te prolongeren!
4

Share

Geef een reactie